Nieuws
Gekte huizenmarkt houdt aan: huizenprijzen in mei met 12,9% gestegen
Voor een woning moet nu gemiddeld €361.000 worden neergeteld: bijna €28.000 meer dan vorig jaar.
Bestaande koopwoningen waren in mei 12,9% duurder dan een jaar eerder, zo blijkt uit een meting van het CBS en het Kadaster. Volgens de rekenmeester is het de grootste prijsstijging na april 2001.
Voor een huis moet nu gemiddeld €361.001 worden betaald. Dat is €27.908 meer dan vorig jaar. Ten opzichte van april is wel sprake van een lichte daling: toen verwisselde een huis voor gemiddeld €362.525 van eigenaar.
Huizenprijs in twintig jaar verdubbeld
Ten opzichte van het jaar 2000 zijn de huizenprijzen inmiddels ruim verdubbeld.
In 2019 zwakte de prijsstijging wat af, maar in coronajaar 2000 trok deze weer aan.
De huizenprijzen zitten inmiddels al acht jaar jaar in de lift. Afgelopen maand bereikte de huizenprijsindex het hoogste niveau ooit. Sinds het dieptepunt in juni 2013 zijn de huizenprijzen met 66,8% opgelopen.
Wel minder huizen verkocht
Het aantal woningverkopen is wel fors gedaald. Het Kadaster registreerde vorige maand 16.126 woningtransacties. Dat is 12,1% minder dan een jaar eerder.
In de eerste vijf maanden van dit jaar zijn 101.707 woningen verkocht. Dat zijn er 14,6% meer dan in dezelfde periode van 2020.
De oplopende huizenprijzen zijn het gevolg van de krapte op de woningmarkt. De bouw loopt tot nu toe sterk achter bij de toenemende vraag naar woningen. In combinatie met de extreem lage hypotheekrentes, leidt dat tot dubbelcijferige prijstijgingen.
Onlangs werd bekend dat de helft van de huizen wordt verkocht boven de vraagprijs. In 2015 werd nog in 7% van de gevallen overboden.
De redactie van IEXParticipaties bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.