Column
Nieuwe private equity-fondsen hebben het moeilijk
Ze bedenken andere vormen om makkelijker geld op te halen bij investeerders.
Private equity-partijen die voor het eerst geld proberen op te halen bij investeerders hebben het moeilijk. Des te belangrijker is het geworden om per deal alvast wat startkapitaal klaar te hebben liggen, zo stellen diverse experts tegenover The Wall Street Journal.
Tot dusver wisten wereldwijd slechts 232 nieuwe private equity-fondsen met succes kapitaal op te halen, tegen 513 partijen in heel 2021, zo schrijft de Amerikaanse krant op basis van cijfers van dataleverancier Preqin. Er werd in totaal $30,3 miljard opgehaald, het laagste bedrag voor nieuwe fondsen sinds 2013. In dat jaar haalden 398 fondsen in totaal $32,8 miljard aan kapitaal op.
Bovendien duurt het voor nieuwe partijen een stuk langer om geld op te halen. Zo duurde het afgelopen jaar gemiddeld 17 maanden voordat het benodigde kapitaal werd opgehaald. Dat is vergelijkbaar met het jaar ervoor, maar wel langer dan de gemiddeld 15 en 14 maanden in respectievelijk 2020 en 2019.
Terughoudendheid bij nieuwe fondsen
Vanwege de huidige onzekere situatie zijn investeerders in de afgelopen maanden terughoudend geworden om in een nieuw fonds te stappen. Daartegenover staat dat zij wel een hoger percentage van hun kapitaal toevertrouwen aan participatiemaatschappijen die al een langere staat van dienst hebben.
"Terecht of onterecht, opkomende durfkapitalisten worden als risicovoller gezien", zei managing director Jeff Eaton van Eaton Partners tegenover The Wall Street Journal. Volgens hem zien investeerders minder risico’s bij private equity-partijen waar zij al eerder geld aan hebben toevertrouwd en die inmiddels een goed trackrecord hebben opgebouwd.
“Als een investeerder minder kapitaal te besteden heeft in een jaar, dan is de keuze voor een partij waar zij al langer mee samenwerken snel gemaakt”, aldus managing director Kevin Kester van Siguler Guff & Co.
Dry powder
Nieuwe fondshuizen proberen nu per deal te kijken of ze het benodigde kapitaal kunnen ophalen, zodat investeerders direct weten waar zij in investeren. Gevestigde spelers doen meestal een kapitaalronde nog voordat zij concrete investeringsmogelijkheden op het oog hebben. Dit is mede de reden waarom grote partijen nog altijd op een grote zak met geld zitten, het zogeheten dry powder.
Er worden door nieuwe spelers ook andere vormen bedacht om toch makkelijker geld op te halen bij investeerders. Denk aan een constructie waarin een investeerder de kans krijgt om tegen aantrekkelijke voorwaarden deel te nemen aan een specifieke deal, in ruil voor de belofte dat hij ook deelneemt aan een ander, nieuw investeringsfonds.
Vertrouwen en macht
Er zijn ook grotere investeerders die juist als strategie hebben om nieuwe private equity-partijen te helpen bij het opbouwen van een trackrecord door hen van kapitaal te voorzien, nog voordat zij hun eerste investeringsfonds hebben gelanceerd. Op deze manier weten nieuwe investeerders dat de private equity-partij wordt gesteund door een grote investeerder, en dat moet vertrouwen geven.
Meestal gaat een grote investeerder dan een joint venture aan met de durfkapitalist. Het nadeel van zo’n constructie is dat een investeerder vaak speciale rechten krijgt in ruil voor zijn vertrouwen. Zo heeft de investeerder soms het recht om deals goed te keuren of juist om een veto uit te spreken. Kortom: de investeerder verkrijgt veel macht. Maar het helpt de opkomende durfkapitalist wel een stapje vooruit.
Justin Doornekamp is freelance-redacteur bij Participaties.nl. Justin Doornekamp kan posities innemen op de financile markten. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie aan de auteur is welkom.