De coronapandemie lijkt nog steeds niet echt vat te hebben op de woningmarkt. In juli zijn de prijzen van bestaande koopwoningen met 7,4% op jaarbasis gestegen, zo blijkt uit een meting van het CBS en het Kadaster.

De prijsstijging is iets minder hoog dan in juni, toen bestaande koopwoningen gemiddeld 7,6% duurder werden. Maar van een duidelijke trendomkeer lijkt vooralsnog geen sprake. Volgens de onderzoekers schommelde de prijsstijging in de afgelopen vier maanden rond de 7,5%.

De huizenprijzen zitten inmiddels ruim zeven jaar in de lift en hebben afgelopen maand het hoogste niveau ooit bereikt. Sinds het dieptepunt in juni 2013 zijn de huizenprijzen volgens het CBS met 49,7% gestegen.

De onderstaande grafiek laat de prijsindex voor bestaande koopwoningen vanaf 2016 zien:

7% meer woningen verkocht

Ook het aantal woningverkopen zat in de lift. Het Kadaster registreerde vorige maand 22.571 woningtransacties. Dat is ruim 7% meer dan een jaar eerder.

In de eerste zeven maanden van dit jaar zijn 129.073 woningen van eigenaar gewisseld. Dat is bijna 7% meer dan over dezelfde periode van 2019.

DNB verwacht omslag

Dat de prijzen in juli nog steeds in zo'n hoog tempo zijn gestegen is opmerkelijk, gelet op de vele onzekerheden rond de coronacrisis. In juni waarschuwde de Nederlandsche Bank (DNB) ervoor dat de huizenprijzen onder druk zullen komen te staan, vanwege de oplopende werkloosheid, het dalende consumentenvertrouwen en de lagere inkomensgroei.

De toezichthouder zei toen rekening te houden met een omslag in de huizenmarkt in de tweede helft van 2020 en voor heel 2020 uit te gaan van een gemiddelde prijsstijging van 2,3%. Voor 2021 mikt DNB op een gemiddelde daling van de huizenprijzen met 2,1% en voor 2022 van 3,7%.

Deze daling tekent zich nu dus vooralsnog niet af, al laten de cijfers dus wel een lichte afvlakking zien.