Column

Waarom niet-beursgenoteerde beleggingen in trek zijn

De rendementen overtreffen beursbeleggingen. Maar hoe lang nog?

In het afgelopen decennium zijn passieve fondsen enorm in trek, vooral bij particulieren. Minder zichtbaar is de flink toegenomen populariteit van niet-beursgenoteerde beleggingen. Waar komt dit enthousiasme vandaan? 

Een groeiend aantal institutionele beleggers vindt steeds vaker de weg naar de private markten. Beleggers duiken vooral in venture capital, private equity of private schuld.

Het aandeel niet-beursgenoteerde beleggingen in de beleggingsportefeuille van onder meer grote pensioenfondsen, stichtingen en staatsfondsen is groot en groeiende. Uit een inventarisatie van zakenblad The Economist blijkt dat de portefeuilles van de tien grootste fondsen ter wereld inmiddels voor 23% bestaan uit niet-beursgenoteerde beleggingen.

Ook in Nederland

Deze trend speelt ook in Nederland. Bij pensioenfonds PGGM bestaat de portefeuille zelfs voor uit 26% uit private beleggingen. “Private beleggingen vormen vanwege hun langetermijnkarakter een goede aansluiting op de langere beleggingshorizon van pensioenfondsen”, aldus PGGM. Het pensioenfonds zegt steeds meer zelf te beleggen in plaats van via externe managers. Dat zorgt voor lagere kosten. PGGM investeert bijvoorbeeld in privaat vastgoed, private equity en infrastructuur.

Wereldwijd zagen private equity-partijen, niet-beursgenoteerde vastgoedpartijen en hedgefondsen de instroom aan kapitaal met 44% groeien in de afgelopen vijf jaar, zo blijkt uit cijfers van JPMorgan Chase. Grote partijen als Apollo, Blackstone, Carlyle en KKR, die gespecialiseerd zijn in het beheren van private beleggingen, zagen hun belegd vermogen zelfs met meer dan 76% stijgen in dezelfde periode. 

Hogere rendementen

Waar komt het enthousiasme voor private beleggingen vandaan? In de eerste instantie vanuit de gedachte dat deze beleggingen veel betere prestaties zullen laten zien dan beursbeleggingen. Daar zijn ook concrete cijfers voor: in het verleden behaalden de beste managers hogere rendementen dan aandelenbeleggers, zelfs na aftrek van flinke vergoedingen, aldus The Economist.

Een verklaring hiervoor is dat de durfkapitalisten dicht op de bedrijfsvoering zitten en zo de efficiëntie, omzetten en winstgevendheid noemenswaardig weten aan te jagen.

Dit beeld zal vermoedelijk niet veranderen. Zo wordt er beargumenteerd dat op de publieke markten geen partij een belang heeft dat groot genoeg is om écht dicht op de bedrijfsvoering te zitten en te weten wat goed is voor het bedrijf. Het gevaar is bovendien dat er te veel conflicterende belangen zijn door activistische beleggers, die eigenlijk alleen uit zijn op kortetermijnwinst.

Dit speelt bij private equity niet, al spelen daar weer andere problemen, zeker op plekken waar het geld tegen de plinten klotst, zoals in Silicon Valley. Daar lopen de waarderingen enorm op (en de ego’s van ondernemers ook, zie de situatie rond WeWork).  

Sterke positie van private beleggers

De forse groei van passief beleggen heeft ervoor gezorgd dat middelgrote bedrijven vaker buiten de scope van grote beleggers vallen. Ze zijn niet groot en liquide genoeg om in een ETF-mandje terecht te komen.

Bovendien gaan middelgrote bedrijven en veelbelovende startups minder snel naar de beurs dan vroeger, vanwege hoge kosten en de administratieve rompslomp. Daardoor hebben private beleggers in dit middensegment het (vrijwel) volledig voor het zeggen.

En er zijn meer redenen waarom durfkapitalisten aan het langste eind trekken. Zo kunnen private equity-partijen doorgaans meer schulden op zich nemen om de rendementen aan te jagen, terwijl pensioenfondsen of verzekeraars soms worden gedwongen om aandelen op de beurs te verkopen op vervelende momenten, bijvoorbeeld als de aandelenmarkten onder druk staan, om te blijven voldoen aan bijvoorbeeld solvabiliteitseisen.

Rendementen onder druk

De populariteit van private investeringsfondsen lijkt, in het licht van de lage rentes, nog niet af te nemen. Maar dat wil niet zeggen dat private investeerders niet de nodige uitdagingen krijgen.

Zo kan de flinke instroom van kapitaal op de private markten ertoe leiden dat de rendementen dalen, aangezien de rivaliteit toeneemt. Bovendien worden private equity-huizen steeds groter en dat leidt tot hogere kosten. Deze moeten vervolgens weer gecompenseerd worden door meer deals te sluiten.

Vooral bij venture capital is deze druk al te zien. Hierdoor schieten de waarderingen van hippe Amerikaanse startups al snel de lucht in.

Beperkte liquiditeit

Een tweede uitdaging is toch wel de beperkte liquiditeit. In principe wordt een investeerder doorgaans beloond voor het vastzetten van geld voor een periode van vijf tot tien jaar. Deze periode geeft bedrijven de tijd om de groeien en het geeft investeerders de tijd om die bedrijven daarbij te helpen.

Maar zelfs investeerders met een lange horizon hebben in bepaalde situaties cash nodig. Het is dan erg lastig om kapitaal vrij te maken. Vooral tijdens recessies willen beleggers hun geld graag van tafel kunnen halen, maar dat is in de private markt niet zo makkelijk.

Het blijft moeilijk te bepalen of de private markten blijven floreren. Zullen de rendementen van private beleggers die van beleggers op de publieke markten blijven overtreffen? Dat zou zo maar kunnen. Er zijn genoeg bedrijven met aantrekkelijke groeivooruitzichten, de financieringskosten zijn vooralsnog laag en waarderingen blijven stijgen.

Maar gaan de rentes op een gegeven moment stijgen of gaat de economie hard krimpen, dan kunnen durfinvesteerders het moeilijk krijgen.

Lees ook: 'Private equity zal meer kapitaal aantrekken dit jaar'

Justin Doornekamp is freelance-redacteur bij Participaties.nl. Justin Doornekamp kan posities innemen op de financile markten. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie aan de auteur is welkom.

Lees meer

  1. 2023 was een verloren jaar voor private equity
  2. Zo belegt u in private markten
  3. Private equity doet deals met minder schulden
  4. Private equity domineert op de Nederlandse zorgmarkt
  5. Waterland: veel incidenten, maar het geld blijft stromen