Ondanks de coronacrisis schieten de huizenprijzen nog steeds de lucht in. In september waren bestaande koopwoningen gemiddeld 8,6% duurder dan het jaar ervoor. Vooral voor tussen- en hoekwoningen moesten huizenkopers dieper in de buidel tasten. Volgens het CBS en het Kadaster, die de metingen deden, was het zelfs de grootste prijsstijging na januari 2019.

De huizenprijzen zitten inmiddels ruim zeven jaar in de lift en hebben afgelopen maand het hoogste niveau ooit bereikt. Sinds het dieptepunt in juni 2013 zijn de huizenprijzen met 52,5% opgelopen.

Ook de woningverkopen lieten in september een stijging zien. Het Kadaster registreerde 20.601 transacties. Dat is 12,5% meer dan een jaar eerder. In de eerste negen maanden van dit jaar wisselden 168.708 huizen van eigenaar, ruim 6% meer dan in dezelfde periode van 2019.

Vooral tussenwoningen werden duurder

Kijken we naar de cijfers over het derde kwartaal, dan valt op dat vooral tussen- en hoekwoningen een stuk duurder werden. Voor een tussenwoning werd gemiddeld 8,8% meer betaald dan een jaar eerder. Hierna volgden hoekwoningen, met een gemiddelde prijsstijging van 8,5%.

Appartementen, die de afgelopen vijf jaar nog de dans leidden, werden gemiddeld 8,3% duurder. De prijsstijging van vrijstaande woningen was met 7,1% het laagst.

Hieronder ziet u de prijsontwikkeling van vijf verschillende woningtypen in de afgelopen vijf jaar:

Gemiddelde huizenprijs: 340.000 euro

De gemiddelde huizenprijs over het derde kwartaal komt uit op 340.000 euro. Dat is 8,1% meer dan een jaar eerder.

Dat de huizenprijzen maar blijven stijgen is opmerkelijk, gelet op de vele onzekerheden rond de coronacrisis. Vier maanden geleden waarschuwde de Nederlandsche Bank (DNB) er nog voor dat de huizenprijzen onder druk zouden komen te staan, vanwege de oplopende werkloosheid, het dalende consumentenvertrouwen en de lagere inkomensgroei.

De toezichthouder zei toen rekening te houden met een omslag in de huizenmarkt in de tweede helft van 2020 en voor heel 2020 uit te gaan van een gemiddelde prijsstijging van 2,3%. Met nog twee maanden te gaan, lijkt die voorspelling niet uit te komen.

Er gaat niets boven Groningen

De huizenprijzen zaten in alle provincies in de lift. Net als in de voorgaande drie kwartalen was de prijsstijging het grootst in Groningen. Bestaande koopwoningen waren daar gemiddeld 10,8% duurder. De kleinste gemiddelde prijsstijging (+7,2%) was te zien in Noord-Holland.

Makelaars en notarissen hadden het druk. Volgens de rekenmeesters zijn er sinds de start van de meting 25 jaar geleden nooit eerder zoveel woningen in een derde kwartaal zijn verkocht als nu. In totaal werden er 62.000 huizen van de hand gedaan. Dat is 5,6% meer dan in dezelfde periode vorig jaar.

Hier tekenen zich wel grote verschillen af tussen provincies. Friesland en Flevoland zijn de enige provincies waar het aantal woningverkopen op jaarbasis is gedaald. In de rest van Nederland werden wel meer huizen van de hand gedaan. De drie zuidelijke provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland gingen aan kop: daar werden 13,5% meer woningen verkocht.

Hieronder ziet u de ontwikkeling van de huizenprijzen en het aantal woningtransacties in alle provincies: