Het percentage middel- tot kleine bedrijven dat behoefte heeft aan externe financiering is tussen juli 2018 en juli 2019 gedaald. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.

20% van de MKB-bedrijven had behoefte aan externe financiering, zoals een banklening, crowdfunding, direct lending, factoring, kredietunies, leasing, mkb-beurs en private equity. Dat is minder dan een jaar eerder: toen gaf nog 24% aan op zoek te zijn naar een geldschieter.

Hogere bedragen

Wel is het bedrag dat ze nodig hebben groter. De bedrijven in de zogeheten business economy (waarin boerenbedrijven, financieel dienstverleners en organisaties op het gebied van onderwijs, zorg, cultuur, sport, recreatie en overige persoonlijke dienstverlening buiten beschouwing zijn gelaten) hadden in doorsnee 175.000 euro nodig. Een jaar eerder was dat nog 105.000 euro.

Volgens het CBS hangt dit samen met de afname van de financieringsbehoefte, die het sterkst zichtbaar is bij de kleinste bedrijven.

84% van de aanvragen is succesvol

Van de mkb-bedrijven die daadwerkelijk een aanvraag deden, kreeg 84% de financiering ook rond. Bij middelgrote bedrijven (met 50 tot 250 werknemers) is het slagingspercentage een stuk groter dan bij microbedrijven (met maximaal tien werknemers). 96% van hen wist geld los te peuteren, tegen 81% van de kleine bedrijven.

De omvang van het bedrijf is niet de enige factor die de kans op financiering vergroot. Ook de financiële gezondheid van het bedrijf en de beschikbaarheid van veel onderpand spelen een belangrijke rol.

Bedrijven in de handel en zakelijke dienstverlening vissen het vaakst achter het net. Dat is niet zo verwonderlijk: zij hebben vaak minder onderpand en kunnen hun financiers dus minder zekerheden bieden. Om diezelfde reden zijn bedrijven in het vastgoed, de bouw en de nijverheid doorgaans succesvoller.

Verder blijken bedrijven die al wat langer bestaan makkelijker de financiering rond te krijgen dan ondernemingen die jonger zijn dan vijf jaar.

Vrouwen op achterstand

Een andere opmerkelijke uitkomst is dat bedrijven die worden geleid door overwegend vrouwen in de praktijk minder vaak geld aantrekken dan ondernemingen met mannen aan het roer. Volgens het CBS komt dat omdat vrouwen minder vaak behoefte hebben aan externe financiering en ook minder vaak de mogelijkheden verkennen.

Ook doen ze minder vaak een aanvraag, omdat ze vaker dan mannelijke ondernemers verwachten dat ze de gewenste financiering toch niet zullen krijgen of dat deze te duur zal zijn. Maar als ze toch een poging wagen, hebben ze volgens het CBS wel dezelfde slagingskans als hun mannelijke evenknieën.

Lees ook: "Weinig partijen zullen voldoen aan nieuwe gedragscode mkb-financiers"