Is de bodem van de scheepvaartmarkt in zicht?
Beleggen in schepen zonder dat de bank meedoet. Is dat slim en is de bodem van de scheepvaartmarkt al bereikt?
Nadat de scheepvaartsector jarenlang gebukt ging onder de crisis, varen nieuwe scheepvaartbeleggingen weer langzaam de markt in. Schijnbaar kan het weer. Maar blijf kritisch.
Rederij Flinter lanceerde recent een nieuw fonds, waarmee beleggers via gewone en achtergestelde obligaties kunnen investeren in één of meerdere multipurpose-schepen. Banken doen niet mee. Beleggers brengen 30 miljoen euro naar de tafel, Flinter investeert 500.00 euro.
Flinter kiest voor het segment multipurpose, schepen die geschikt zijn voor het verschepen van uiteenlopende soorten droge lading en niet specifiek voor het leveren van één soort vracht. Een schip kan dus voor meerdere ladingen ingezet worden. In dit segment zijn volgens Flinter relatief weinig schepen gebouwd in de afgelopen jaren, terwijl er veel worden gesloopt. “Sinds 2011 is het aantal gesloopte schepen hoger dan het aantal opgeleverde schepen,” aldus CFO Reinder van der Veen van Flinter.
Banken verkopen
Volgens Van der Veen is een derde van de totale vloot ouder dan 25 jaar. “Om de vijf jaar is groot onderhoud nodig, waardoor oude schepen al voor de vijfde of zesde keer aan een onderhoud toe zijn. Reders hebben hier de liquiditeit niet voor en banken zijn niet bereid om de kosten voor het onderhoud te financieren. Daardoor ligt het in de lijn der verwachting dat schepen versneld uit de vaart worden genomen,” aldus de topman van Flinter.
Als gevolg ziet de rederij uit Barendrecht kansen in het goedkoop opkopen van schepen die op dit moment in handen zijn van banken. “Banken als Commerzbank en HSH Bank willen hun kredietportefeuille drastisch afbouwen. Scheepvaartleningen zijn voor banken niet plezierig, omdat ze daar een hoog bedrag aan eigen vermogen tegenover moeten stellen. Een hoog solvabiliteitsbeslag is duur. Daarom willen banken de schepen van hand doen.”
En Flinter kan het weten: de rederij zag zich in 2013 genoodzaakt om een drietal schepen te veilen, omdat Rabobank er van af wilde. Daarbij werd een containerschip dat voor zeventien miljoen euro werd gefinancierd in 2008, verkocht voor slechts zes miljoen euro.
Dieptepunt bereikt?
Met vlootobligaties wordt dus ingezet op contrair beleggen: beleggen op het dieptepunt van de markt. Sterker nog; het is een beetje het uithangbord van de belegging geworden. En dat is gevaarlijk, want niemand weet wanneer het dieptepunt van de markt nu echt is bereikt. Zo erkent ook Van der Veen.
“De markt ontwikkelt zich al jaren slecht en je weet niet exact wat de komende jaren gaat brengen. Dat maakt het moeilijk om in te stappen, maar de lage prijzen en een langzaam stijgende vraag tegen een afnemend aanbod zorgen voor kansen.” Flinter mikt op een rendement van 4 tot 8%, afhankelijk van het type obligatie. Als een schip wordt verkocht tegen 125% van de aankoopwaarde, dan kunnen beleggers rekenen op een bonusrente van 10%.
Het rendement is volgens Van der Veen gebaseerd op de huidige tarieven en kosten die bij soortgelijke schepen aan de orde zijn. Wel wordt er met het rendement dus uitgegaan van een waardestijging van het schip (of de schepen) van 25%. Pas dan wordt het schip ook van hand gedaan. Volgens Van der Veen lijkt dit veel, maar “kijkend naar de huidige fluctuaties” is dit “niet zo’n forse” waardestijging. Volgens de CFO is een stijging van 25% overigens niet nodig om de volledige verplichtingen op de obligatieleningen na te komen.
Risico’s
Allemaal mooi en aardig, maar er zijn een paar punten waar u als belegger rekening mee moet houden. Naast dat u zich moet afvragen of de bodem van de scheepvaartmarkt echt is bereikt, kun u ook vraagtekens zetten bij het risico dat Flinter zelf loopt. Dit risico is vrij beperkt, gezien de fondsaanbieder slechts 500.000 euro inlegt, terwijl beleggers met een gezamenlijke inleg van 30 miljoen euro vrijwel alle risico’s dragen. Wilt u dat?
Ook bankvrij beleggen wordt niet door iedereen toegejuicht, zo ook niet door de AFM. Fondsen die werken met weinig of helemaal geen bancaire financiering, zijn niet per definitie minder risicovol. De AFM wijst erop dat de beleggingspropositie een gedegen screening van de bank mist als een fondsaanbieder zonder bancaire financiering opereert. “Wellicht zijn er juist risico-gerelateerde redenen waarom een bank niet zou willen financieren,” aldus Marcel Proos van de AFM. “Goede proposities blijven gefinancierd worden door de bankmarkt.”
Financieel planner Herman Bouter wijst er daarnaast op dat drie jaar na de investering de verplichting om het schip te verkopen tegen een waarde van 125% vervalt en dat het schip na vijf jaar wordt gesloopt, waarbij een belegger slechts de sloopwaarde ontvangt. “Dat laatste is niet positief voor de aflossing van uw obligaties en betaling van nog achterstallige rente,” aldus Bouter.
Kijk dus eerst even aandachtig naar het schip, voordat u de zee opgaat.