Wat investeerders kunnen leren van voetbalclubs
Door te kijken naar de voetbalwereld, kunnen verschillende investeerders in verschillende rondes beter op elkaar aansluiten.
Iedereen die zich een beetje verdiept in de wereld van investeren en venture capital, komt de plaatjes tegen van de verschillende fases van investeren:
- pre-seed
- seed
- early stage
- young growth
- growth, et cetera
Ook investeerders krijgen dergelijke labels:
- informal
- crowdfunder
- venture capital
- private equity
- IPO
De kern is dat verschillende fases van de ontwikkeling van de onderneming, verschillende type investeerders vergen. Het type investeerder dat instapt aan het begin en mee helpt ontwikkelen tot prototype en/of marktrijp product, is weer en andere type als die instapt als de eerste omzet er is.
Weer een ander type investeerder stapt pas in vanaf een bepaald omzetvolume of winstniveau. En daarna volgen weer ander type investeerders. In Nederland vallen hier twee dingen in op:
- Er is voor de allervroegste investeringsfase weinig georganiseerd kapitaal en deze odernemers zijn aangewezen op losse informals. Zodra deze zich meer gaan organiseren verlaten zij ook die hele vroege fase en investeert men alleen nog in latere fases.
- De fases zijn qua partijen erg gescheiden en goed functionerende samenwerkingsverbanden tussen dergelijke partijen/fases zijn zeer schaars. Er is geen mechanisme om die overgang van fase naar fase ten bate van alle betrokkenen goed te regelen, zodat de sterke punten van alle type investeerders ten volle worden benut. Het blijft klassiek onderhandelen op basis van de posities op dat moment, waarin de opvolgend investeerder voor de volgende fase zo laag mogelijk wil instappen en de investeerder uit de daaraan voorafgaande fase zijn verwatering tracht te minimaliseren.
Niet zonder elkaar
Echter, de een kan eigenlijk niet zonder de ander. Voor de opvolgende investeerder in de verdergevorderde fase is het een groot voordeel als product en team uitontwikkeld en goed gepositioneerd zijn, zodat een kapitaalinjectie alleen nog maar voor acceleratie en verdere groei hoeft te zorgen.
De initiele investeerder kan niet zonder zijn grote opvolger die het ontwikkelde pareltje de wereld in kan pushen. Als er een mechanisme zou komen waarin dit doorrollen van de ene type investeerder naar het andere type beter functioneert, zou dit per saldo de groei van innovatieve bedrijven in Nederland sterk bevorderderen en kunnen we de achterstand gaan inhalen ten opzichte van bijvoorbeeld Berlijnse investeerders, die in een keer het hele traject fors funden om tempo te maken en niet willen stagneren op overgangspunten.
Een oplossing is echter voor handen in de wereld van betaald voetbal: de club die een speler heeft gespot, heeft opgeleid en vervolgens verkoopt aan een grotere club, blijft nog gedurende jaren op succesfee basis verdienen aan die speler, ook als die weer naar de volgende club in zijn carriere gaat.
Als we dit model projecteren op de ontwikkelcyclus van startups vanaf concept tot en met het bijvoorbeeld het achtste jaar, wat in mijn ervaring het optimale exitjaar is, dan een zou een dergelijk model een oplossing bieden voor stagnatie op de overgangspunten.
Leren van voetbalcultuur
Het belang van de investeerder uit de vroegere fases verwatert wel, maar blijft daarenboven op succesfee basis delen (bijvoorbeeld via opties of exitfees) in waardestijging en verzilvering ervan, terwijl de opvolgend investeerder voor die vervolgfase een minder hoge drempel tot investeren heeft, maar weet dat zijn voorganger later nog een extra piece of the cake krijgt als het goed gaat.
Dit kun je doortrekken naar vervolgfases, net zoals in de carriere van die profvoetballer. Het verder uitwerken van dit model naar concrete standaarden, vormen en cijfermatige ranges zou bijzonder goed zijn voor een betere werking van het systeem van risicodragend kapitaal in Nederland voor innovatieve startups.
We proberen dan niet Berlijn of Sillicon Valley te volgen met een structuur en mentaliteit die daar niet op is ingericht, maar proberen de bestaande structuur beter te laten functioneren door een goede smeerolie te ontwikkelen tussen verschillende actoren in die structuur. Soms kunnen we dus in financiele zin toch iets leren van die financieel ongezonde betaald voetbal structuur.