Aan de oververhitting van de huizenmarkt lijkt nu toch echt een einde te komen. Voor een gemiddelde koopwoning werd in juli 14,5% meer neergeteld dan een jaar geleden, zo blijkt uit cijfers van het CBS en het Kadaster. Dat is nog steeds een dubbelcijferige stijging, maar wel minder fors dan in juni, toen de prijzen met 16,6% op jaarbasis toenamen.

Een koopwoning wisselde voor gemiddeld €445.241 van eigenaar. Dat is nog wel een record.

De prijsindex voor bestaande woningen kwam uit op 189,2 punten. Dat is bijna 0,5% meer dan in juni.

Gemiddelde woningwaarde in negen jaar tijd nagenoeg verdubbeld

De huizenprijzen zitten inmiddels negen jaar onafgebroken in de lift. Sinds de dip in juni 2013 zijn ze met 99% opgelopen. Daarmee is de waarde van een gemiddelde koopwoning in tien jaar tijd dus nagenoeg verdubbeld.

Maar zoals in de onderstaande grafiek is te zien, is de prijsstijging dit kalenderjaar wel behoorlijk afgevlakt.

Dat de prijzen nu minder hard oplopen hangt onder meer samen met de stijging van de hypotheekrente sinds januari. Dat zorgt ervoor dat huizenkopers minder kunnen lenen.

Ook de economische onzekerheid speelt ongetwijfeld een rol. De torenhoge inflatie is inmiddels goed voelbaar en dat holt de koopkracht uit. Daarnaast neemt de angst voor een recessie toe. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het consumentenvertrouwen een historisch dieptepunt heeft bereikt.

Bijna 14% minder huizen verkocht dan een jaar geleden

Het aantal huizenverkopen neemt al een tijdje af en die trend is afgelopen maand doorgezet. Het Kadaster registreerde in juli 16.417 woningtransacties. Dat is bijna 14% minder dan een jaar eerder. Dit cijfer ligt wel 4,8% hoger dan in juni.

In de eerste zeven maanden van 2022 zijn 107.722 woningen verkocht, 22,2% minder dan in dezelfde periode van 2021.