De huizenprijzen zitten nog stevig in de lift. Toch maakt het voor een woningbelegger wel degelijk uit waar de euro's naartoe gaan. Spaarplatform Raisin maakte een lijst van de beste en slechtste gemeenten om in te beleggen.

De opmars van woningbeleggers is het kabinet al jarenlang een doorn in het oog. Het drijft de huizenprijzen op en zet de leeftbaarheid van buurten onder druk, zo wordt gedacht. Daarom draait de overheid woningbeleggers geleidelijk de duimschroeven aan. Zo ging vorig jaar de overdrachtsbelasting voor woningbeleggers omhoog naar 8% en mogen gemeenten sinds begin dit jaar wijken aanwijzen waar een verbod geldt op de aankoop van goedkope en middeldure woningen voor verhuur. Ook voeren steeds meer gemeenten een zelfwoonplicht in voor nieuwbouwwoningen.

Onlangs kondigde het kabinet ook aan de huren in de vrije sector vèrgaand te reguleren, om woekerhuren te voorkomen.

Toch kan een woningbelegging nog steeds mooie rendementen opleveren, door de krapte op de woningmarkt en het geringe aanbod aan huizen.

Alles draait om locatie

Voor elke vastgoedbelegging geldt wel: locatie is key. Ook voor woningen maakt het nogal uit in welke gemeente u uw slag slaat. In hoeverre de huizenprijzen in een gebied stijgen (of dalen) hangt af van diverse factoren, zoals de staat van onderhoud, de ligging, nabijheid van snelwegen en openbaar vervoer, de hoeveelheid groen, voorzieningen, veiligheid, studiemogelijkheden en banen: allemaal zaken om op te letten voordat u in een huis gaat investeren.

Raisin heeft de vijftig grootste gemeenten van Nederland onder de loep genomen om te onderzoeken wat nu de beste en slechtste gemeenten zijn voor investeringen in de woningmarkt. Daarbij heeft het spaarplatform onder andere gekeken naar de voorspelde groei van het aantal huishoudens, het aanbod van koopwoningen, de gemiddelde periode waarin een woning te koop staat, het percentage relatief nieuwe woningen, de wijziging in de woningvoorraad en de stijging in WOZ-waarde.

Met het opkoopverbod hebben de onderzoekers helaas geen rekening gehouden. Het is dus zaak om hier nog goed naar te kijken voordat u naar een makelaar stapt.

De beste gemeente is Utrecht

Uit het onderzoek komt Utrecht uit de bus als beste gemeente voor woningbeleggers, gevolgd door Almere en Haarlemmermeer. Amsterdam valt net uit de top-3.

Pluspunten van Utrecht naast de middeleeuwse architectuur, het bruisende centrum en de aanwezigheid van een universiteit en diverse hogescholen zijn volgens de onderzoekers:

• Grote groei van het aantal inwoners (+30% in 2040)
• Gering woningaanbod (in 2020 stond van alle woningen slechts 4% te koop)
• Korte duur dat een huis te koop staat (24 dagen, tegen 41 dagen landelijk)
• Grote stijging WOZ-waarde (circa 20% tussen 2019 en 2021)

... en dit de slechtste

Helemaal onderaan bungelen twee Limburgse en een Drentse gemeente: Sittard-Geleen, Heerlen en Emmen.



"Sittard-Geleen, begrensd door zowel België als Duitsland, is een culturele plek met een rijke geschiedenis en veel groen. De perfecte plaats als je van wandelen en fietsen houdt. Voor vastgoedbeleggers stopt daar helaas het goede nieuws", zo schrijft Raisin. Minpunten zijn onder andere:

• Voorspelde krimp van het aantal huishoudens (-4% in 2040)
• Weinig nieuwbouw
• Groter aanbod (in 2020 stond 10% van het aantal woningen te koop: meer dan het dubbele dus van Utrecht)
• Relatief lange verkooptijd: gemiddeld 39 dagen

Beleggen in een woning? Bepaal vooraf uw doel

Raisin adviseert woningbeleggers om voor ze op zoek gaan naar een woning vooraf het doel te bepalen. Wordt het een langetermijninvestering voor uw pensioen? Of wilt u in meerdere panden gaan beleggen en hier uw volledige inkomen uit halen?

Daarnaast waarschuwt het spaarplatform ervoor dat de bomen nu weliswaar tot in de hemel lijken te groeien, maar dat de huizenprijzen ook kunnen dalen. In woningen beleggen is dus niet zonder risico.

Lees ook: Gemiddelde woning ruim €66.000 duurder dan vorig jaar