De boete die De Nederlandsche Bank (DNB) eerder oplegde aan Zeuven Meeren Hotelfonds te Den Haag, vanwege het zonder vergunning van DNB uitoefenen van het bedrijf van bank, is onherroepelijk geworden. De Nederlandsche Bank (DNB) legde op 25 september 2012 een bestuurlijke boete van 200.000 euro op aan Zeuven Meeren Hotelfonds te Den Haag, dat zonder vergunning het bedrijf van bank uitoefende.

De hoogte van de opgelegde boete is bij beslissing op bezwaar eind 2012 gematigd tot 25.000 euro, in verband met de draagkracht van het hotelfonds. De beroepstermijn is inmiddels verstreken zonder dat er beroep is ingesteld en dat maakt dat de opgelegde bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden, aldus DNB.

DNB stelde vast dat Hotelfonds in ieder geval vanaf 29 oktober 2010 tot en met 6 juni 2011 door middel van de uitgifte van obligaties opvorderbare gelden heeft aangetrokken buiten besloten kring en van andere dan professionele marktpartijen. Vervolgens zijn die gelden over de periode van 30 december 2010 tot en met 8 juni 2011 voor eigen rekening van Hotelfonds uitgezet naar een vastgoed-c.v. die in die periode niet tot hetzelfde concern behoorde als Hotelfonds.

Hotelfonds is niet in het bezit en is ook niet in het bezit geweest van een door DNB verstrekte vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van bank. Gelet hierop stelt DNB vast dat het hotelfonds van 30 december 2010 tot en met heden de wet op het financieel toezicht heeft overtreden.