Beleggers willen dit jaar wereldwijd tenminste 50 miljard euro in niet-genoteerd vastgoed steken, blijkt uit onderzoek van Inrev. De allocatie naar vastgoed groeit met 150 basispunten tot 11,5% van de totale beleggingsportefeuille.

Dat blijkt uit onderzoek van onder meer de Europese vastgoedorganisatie Inrev. Vooral de mogelijkheid om via vastgoed de beleggingsportefeuille te diversifiëren  en risico’s te spreiden spreekt beleggers aan.

Qua risico-rendementprofiel heeft bijna de helft (48%) van de beleggers meer voorkeur voor risicovolle zogenoemde value added-fondsen dan voor core-fondsen (40%). Dat is voor het tweede opeenvolgende jaar. 

Buiten de beurs om

Slechts 10,5% kiest voor hoog risicovolle opportunistische fondsen. Nederlandse partijen blijken nog altijd zeer risico mijdend: 90% zit in core of core plus-fondsen en heeft geen trek in meer risico.

In tegenstelling tot 2016 worden reguliere niet-genoteerde vastgoedfondsen dit jaar het vaakst (42%) genoemd als meest geprefereerde investeringsvehikels. Vorig jaar waren joint-ventures en clubdeals nog favoriet.

Nu geeft 38,8% de voorkeur aan dergelijke structuren met een zeer beperkt aantal mede-investereerders. Investeren via separate rekening is geklommen van de vierde plaats vorig jaar naar de derde plek (38%). 

Voorkeur samen beleggen

Op plaats vier prijkt investeren in direct vastgoed (23%). Grote beleggers hebben nog altijd een voorkeur voor clubdeals en joint ventures.

Het onderzoek werd uitgevoerd door Inrev in samenwerking met haar Aziatische zusterorganisatie Anrev en het Amerikaanse Prea. Bij het onderzoek waren 314 partijen betrokken met een beheerd vermogen van 2,1 biljoen euro.