Fleur van Dalsem werkt ruim vijftien jaar bij IEX en Beursduivel en is sinds haar studietijd actief in het wereldje van de financieel economische journalistiek. Als redacteur werkte zij voor verschillende financieel economische tijdschriften en websites.

Fleur schrijft artikelen, maar werkt nu vooral achter de schermen als coördinator van IEX Expert.

Column

Investeren kun je leren: Harry Helwegen

Tips van Harry Helwegen: "Investeren is te leren, ondernemen niet. En niet investeren als de ondernemer geen eigen geld inlegt."

Harry Helwegen is voorzitter Business Angels Netwerken Nederland en directeur en overnamespecialist bij Diligence Fusies & Overnames. Hij brengt investeerders en bedrijven op zoek naar geld bij elkaar en investeert privé indirect in bedrijven via een investeringsfonds.

“Banken financieren momenteel niks meer, dus informal investors zitten in een riante positie en kunnen momenteel de mooie bedrijven uitkiezen. Maar bedrijven zoeken niet alleen investeerders voor startkapitaal, ook voor overbruggingskrediet. Ik kom zojuist bij een bedrijf vandaan dat onverwachts twee miljoen euro krediet nodig heeft om de komende maanden te overbruggen. De bank wil het niet lenen, maar ik weet zo tien partijen die dat eventueel wel zouden willen. Er is geld zat, dat is het probleem niet, en investeerders willen dat maar al te graag in bedrijven met een mooie toekomst stoppen.”

Zorgen die riante posities van informal investors ervoor dat de prijzen van participaties stijgen? In de Verenigde Staten is bijvoorbeeld de waardering van Amerikaanse ondernemingen die toe zijn aan hun tweede venture-capitalronde of meer, op het hoogste niveau in twaalf jaar.
“De markt in de Verenigde Staten is niet te vergelijken met die van hier. Daar gebeuren wel meer rare dingen. Zo staat de aandelenmarkt op een all-time high. Het is zo dat veel partijen op zoek zijn naar investeerders, maar ik krijg ook veel waardeloze businessplannen onder ogen. Voorheen gingen die geldzoekers eerst naar de bank en dan schoot de bank het plan af. Nu komen ze rechtstreeks bij de business angels terecht. En er zit een hoop rotzooi tussen.”

Harry Helwegen
Harry Helwegen: "Beter een slecht plan en een goede ondernemer dan andersom."

Hoe selecteert u de beste investeringen uit al die bedrijfsplannen?
“Allereerst probeer ik uit te vinden of iemand een goede ondernemer is. Investeren kun je leren, ondernemen niet. En nog een waarheid: beter een slecht plan en een goede ondernemer dan andersom. Aan het plan kan een hoop vertimmerd worden, aan een persoon niet. Tijdens een goed gesprek met een geldzoeker, kan ik vaak al zien of iemand ondernemerskwaliteiten in huis heeft. Het is belangrijk om te weten of iemand al eens eerder een bedrijf heeft gehad, wat is zijn trackrecord? Dit soort dingen vraag ik ook altijd bij kandidaten voor een management buy-in. En het liefst testen we de zoon ook als het bedrijf met hulp van een business angel van vader op zoon overgaat. Het mag dan wel in de familie blijven, maar kan die zoon ondernemen?”

“Ten tweede moet de ondernemer zelf ook geld durven te steken in zijn bedrijf. Desnoods de overwaarde van zijn huis. Als hij dat niet durft, waarom zou ik dan geld in zijn zaak steken? En wantrouw de ondernemers die meteen een hoog salaris en een dikke auto willen hebben omdat ‘ze ook moeten leven.’ Dat zijn geen goede signalen. Een ondernemer moet alles over hebben voor zijn zaak, ook een soberdere levensstijl.”

“Ten derde moet de ondernemer een goede pitch kunnen geven. Als hij niet kort kan uitleggen, mondeling of op een A4-tje, wat hij wil, hoe hij dat doel wil bereiken en hoe hij geld bij elkaar wil krijgen, dan wordt het niks. Veel mensen vragen mij of zij mij hun businessplan mogen opsturen. Doe maar niet, want ik lees het toch niet. Als ik het A4-tje interessant genoeg vind, vraag ik het businessplan zelf wel op. Van elke honderd businessplannen kunnen er tachtig meteen de prullenbak in.”

Nu zijn er een hoop familiebedrijven waarvoor de komende jaren geen opvolgers zijn. Is dit een interessante investeringskans voor informals?
“Door de crisis gaan informals zich anders, vooral voorzichtiger, gedragen. Voor een start-up is het moeilijker aan geld te komen, bestaande bedrijven bieden meer zekerheid. Het fijne van investeren in een familiebedrijf is de langetermijnvisie. Ze doen meestal geen gekke dingen, hebben een bekend team en je weet wat je hebt. Het gevaar is wel dat deze bedrijven zich daardoor te weinig vernieuwend opstellen. Maar of een familiebedrijf, met of zonder opvolger, interessant is, hangt af van de sector. Kom nu niet aan met een drukkerij, want die hebben het heel moeilijk.”

Is het slim om samen te investeren met andere informals?
“Dé informal bestaat niet. Er komt weer een nieuwe generatie aan die hun bedrijven hebben verkocht en geld hebben om te investeren. Zij investeren wel vaker samen. Voor een start-up kan een investering van 50.000 euro voldoende zijn, maar voor een tweede financieringsronde kan dat wel tien keer zoveel zijn. Dan kiezen angels er soms voor om samen te werken in een syndicaat. In deze club, vaak samengesteld uit mensen met verschillende achtergronden, kunnen ze van elkaar leren. Ik raad startende angels, de virgin angels, ook altijd aan zich de eerste keer bij zo’n syndicaat aan te sluiten. Super angels, die meer dan 1 miljoen euro in een start-up kunnen steken en dan nog steeds een heel goed gespreide investeringsportefeuille hebben, die zijn er bijna niet in Nederland.”

Welke sectoren zijn momenteel populair?
“Alles wat met IT te maken heeft is super populair. Dat komt ook omdat IT relatief goedkoop is. Met een goed IT-idee en een klein kapitaal kan een bedrijf snel starten. Bij IT is het wel belangrijk dat de dienst of product op een behoefte of probleem van consumenten inspeelt. En klanten en investeerders moeten zich er wel iets bij kunnen voorstellen. Een goed voorbeeld hiervan is de prijswinnende gevondenvoorwerpen website, ilost.nl. Wat vaak lastig is bij een website, is het verdienmodel. Hoe zit dat in elkaar, wanneer is iets rendabel? Vaak moet een site een grote markt bedienen om rendabel te kunnen opereren.”

Is nabijheid of zichtbaarheid van de investering belangrijk? Moet je kunnen langsrijden bij je investering?
“Uit onderzoek blijkt dat 70% van de informals investeert in hun woonregio. En vaak ook in de sector waar ze verstand van hebben. Dat is goed, dan kunnen ze hun investering in de gaten houden, eventueel coachen, controleren.”

Wie is uw voorbeeld als het gaat om informal investing? (denkt lang na)
“Annemarie van Gaal. Ik wou dat er tien Annemaries van Gaal waren. Zij is zelf met vier informals gestart in Rusland en is nu zelf een informal met een stevige portefeuille van tien tot twaalf bedrijven. Zij maakt de cirkel van bedrijfsinvesteringen daarmee weer rond.”

Waarom is een exit-strategie in deze markt zo belangrijk?
“Voor 2008 was er voldoende geld en belangstelling om bedrijven te kopen, nu veel minder. Traditioneel is de investeringslijn: startkapitaal - vaak crowd funding nu - business angel, participatiemaatschappij, beursgang. Maar dat was voor de crisis. Hoeveel beursgangen zijn er geweest? Hoeveel overnames? Bedrijven hebben geld, maar dat houden ze vooral in hun zakken. Dat betekent dat informals voor het instappen alvast moeten nadenken over aan wie zij hun belang straks kunnen verkopen. Maar ik merk ook dat het investeringsecosysteem in ons land niet goed werkt. Partijen kennen elkaar niet, zijn angstig om zaken met elkaar te doen. Voorheen stak Economische Zaken veel tijd en geld in de vorm van training en opleiding in deze sector, maar daar zijn ze nu mee gestopt. We moeten het dus weer meer zelf doen.”

Fleur van Dalsem is redacteur bij IEX.nl. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.