Column
Aandelenmarkten onderuit: dan maar niet beursgenoteerd?
Illiquide beleggingen zijn niet zaligmakend, volgens economen van Rabobank.
Aandelenmarkten wereldwijd kregen in de afgelopen weken weer een flinke tik, vanwege zorgen over het oplopende aantal coronabesmettingen. Ook de aankomende presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten leiden tot veel onrust. Als nerveuze (defensieve) belegger is het wellicht aanlokkelijk om de beurzen de rug toe te keren. Even geen wilde bewegingen, maar de rust van niet-beursgenoteerde beleggingen. Heerlijk! Of toch niet? Volgens Rabobank zijn illiquide beleggingen namelijk helemaal niet zo zaligmakend.
Een onrustig gevoel door steeds verspringende koersen, is niet de enige reden waarom beleggers de beurzen graag de rug toe willen keren. Ook de negatieve rentes en de hoog opgelopen waarderingen zorgen voor heel wat hoofdbrekens, aldus economen van Rabobank. Zo zal niemand momenteel erg blij worden van het rendement op staatsobligaties. “En een beter alternatief voor staatsobligaties met min of meer dezelfde kredietkwaliteit is simpelweg niet snel gevonden”, zo lichten de experts toe.
Illiquide beleggingen
Daarom ziet de bank dat een aantal beleggers zijn heil zoekt in illiquide beleggingen, buiten de beurs om. Denk aan private schulden of private equity, maar ook aan crowdfunding.
Maar hierover is Rabobank kritisch. De portefeuille voor een significant deel invullen met allerlei illiquide beleggingen om extra rendement te realiseren, is volgens de bank niet de juiste oplossing. Zo is de kans groot dat uw beleggingsprofiel significant verandert door deze keuze.
Bovendien wordt uw portefeuille er een stuk complexer van en nemen concentratierisico’s toe, terwijl de transparantie juist afneemt. In tegenstelling tot beursgenoteerde bedrijven, zijn niet-beursgenoteerde ondernemingen vaak niet gebonden aan bijvoorbeeld de strenge regels met betrekking tot het rapporteren van bedrijfscijfers.
Bedenk ook dat een keuze voor illiquide beleggingen doorgaans betekent dat u uw vermogen voor een lange tijd vast zet. Liquiditeit is juist voor een grote groep beleggers essentieel, aldus Rabobank. “Illiquide beleggingen passen dan ook niet bij iedere belegger.”
Private equity
Economen van de bank uitten zich kritisch over private equity-beleggers, die op een zak met geld zitten maar dit in de zoektocht naar rendement niet altijd kunnen steken in interessante kansen. Er zijn namelijk veel private equity-partijen die allemaal in een kleine vijver aan het vissen zijn. Is er eenmaal een aantrekkelijke vis gevonden, dan zullen daar meer geïnteresseerden op duiken en dit zorgt ervoor dat de prijzen flink opgedreven worden. Dat drukt dan weer het toekomstig rendement.
Ook over de hoge kosten van private equity is Rabobank niet te spreken: wie wil beleggen in kansrijke smallcaps kan dit tegenwoordig ook op de beurs doen, bijvoorbeeld via ETF’s; en ook nog eens tegen flink lagere kosten.
Schroders ziet dit overigens anders: volgens de vermogensbeheerder zitten private equity-beleggers in Europa er de komende jaren juist warmpjes bij.
Niet de oplossing
Rabobank erkent dat bepaalde illiquide beleggingen weliswaar “tot zekere hoogte” waarde toevoegen in een beleggingsportefeuille, vanwege de kans op extra rendement en diversificatie, maar dat ze niet de oplossing zijn voor het probleem van lage rentes en opgelopen aandelenwaarderingen. “Deze factoren raken alle beleggingen, liquide én illiquide beleggingen”, aldus de economen.
“Beleggers moeten zich realiseren dat het perspectief voor reële vermogensgroei is verslechterd; de mate waarin hangt af van het beleggingsprofiel. Daarom is het altijd nuttig om van tijd tot tijd de uitgangspunten voor de keuze van de beleggingsportefeuille tegen het licht te houden”, concludeerden de deskundigen van Rabobank.
Justin Doornekamp is freelance-redacteur bij Participaties.nl. Justin Doornekamp kan posities innemen op de financile markten. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie aan de auteur is welkom.