Het aanbod van vakantiewoningen is vorig jaar met een kwart gedaald, zo blijkt uit cijfers van de NVM. Maar dit heeft niet geleid tot forse prijsstijgingen.

Er zijn vorig jaar 4.300 recreatiewoningen verkocht, aldus een jaaroverzicht van de NVM. Dat zijn er 5,6% minder dan het jaar ervoor, maar het is nog steeds een historisch hoog aantal:

Geslonken aanbod

Het beschikbre aanbod daalde met meer dan een kwart gedaald. Begin 2020 stonden er 1.900 vakantiehuizen te koop. Dat waren er een jaar eerder nog 2.600. Geïnteresseerden kunnen nu uit gemiddeld 5,3 huizen kiezen, tegen 6,8 begin 2019 en maar liefst 30 in 2012.

Als dit cijfer onder de 5 duikt, spreekt de NVM officieel van een krappe, door verkopers gedomineerde markt. De markt voor recreatiewoningen zit daar nu dus vlak bij.

Het aanbod daalt in alle regio's. Vooral in Zeeland: hier stonden begin dit jaar maar liefst 60% minder woningen te koop dan een jaar eerder. Maar dat komt volgens de NVM omdat er in 2018 enkele grote projecten op de markt zijn gebracht.

Ook in Veluwe/Utrechtse Heuvelrug, Drenthe en de Friese en Overijsselse meren is weinig aanbod en veel vraag.

De krapte is het grootst in de kustregio's. Zo hebben belangstellenden voor een huisje in de Noord-Hollandse Kust slechts twee woningen om uit te kiezen. In Twenthe en Salland is het hoogste aanbod (iets minder dan tien woningen in de aanbieding per woningzoekende), gevolgd door Drenthe en de Friese en Overijsselse meren (circa 8).

Maar slechts een bescheiden prijsstijging

Gezien het krappere aanbod zouden de prijzen fors moeten oplopen, zou je zeggen. Maar dat is niet gebeurd: de prijsstijging over 2019 bedroeg slechts 2,6%.

De gemiddelde verkoopprijs bedroeg 152.000 euro. Dit is overigens een stuk lager dan in 2008, toen voor een recreatiewoning nog gemiddeld 169.000 euro werd neergeteld.

Volgens de NVM worden er veel meer woningen verkocht dan er op de markt komen. Als die ontwikkeling nog enkele jaren aanhoudt, zullen de prijzen van vakantiewoningen waarschijnlijk weer harder gaan stijgen, aldus de makelaarsvereniging.

Tweedeling

De markt voor recreatiewoningen is zeer divers. Er vallen voordelige chaletjes onder, die voor minder dan 50.000 euro van eigenaar wisselen, maar ook luxe villa's van meer dan 1 miljoen euro.

De NVM signaleert een tweedeling. Er blijft veel vraag naar goedkope recreatiewoningen (tot een ton), terwijl tegelijkertijd de verkopen in het hogere segment (woningen boven de twee ton) toenemen. 29% van alle verkochte recreatiewoningen in 2019 viel in het laatstgenoemde segment.

Dat gaat volgens de makelaarsvereniging ten koste van het aantal verkopen in het middensegment. Vooral het percentage in de categorie met een vraagprijs tussen 100.000 en 200.000 euro laat een daling zien.

Meer vraag naar ruime woningen

Makelaars hebben bij de NVM aangegeven dat ze signaleren dat de vraag naar ruime woningen toeneemt. Vorig jaar was 1 op de 5 verkochte recreatiewoningen groter dan 100 vierkante meter. In 2011 was dat nog 1 op de 8 woningen.

Het aandeel kleine woningen (tot 50 vierkante meter) blijft overigens stabiel: circa 16%.

Huisjes staan minder lang te koop

Uit de NVM-cijfers blijkt verder dat recreatiewoningen minder lang te koop staan. Op 1 januari 2019 duurde het nog gemiddeld 530 dagen voor een nieuwe eigenaar was gevonden. Een jaar later was dat geslonken naar 386 dagen.

Maar ook hier zijn grote verschillen zichtbaar. Ruim een kwart van de recreatiewoningen krijgt binnen een half jaar een nieuwe eigenaar, maar eenzelfde percentage staat langer dan drie jaar te koop.

Forse daling verkopen op Waddeneilanden en kust Noord-Holland

Bij alle soorten vastgoed is de locatie cruciaal en bij vakantiewoningen is dat niet anders. In de helft van de toeristische regio's die de NVM onderscheidt zijn de verkoopaantallen gestegen en in de andere helft juist gedaald.

In Flevoland (+45%), Limburg (+13%) en Drenthe (+10%) zaten de cijfers flink in de lift. De NVM merkt hierbij wel op dat in Flevoland en Limburg in absolute aantallen de minste huisjes worden verkocht, waardoor een kleine toename al snel leidt tot grote procentuele stijgingen.

De verkoop van recreatiewoningen op de Waddeneilanden (-42%) en in de kustgebieden van Noord-Holland (-17%) daalde het hardst. Volgens de NVM is het aanbod daar vrijwel opgedroogd.

Grootste prijsstijging in Limburg

In Limburg steeg de gemiddelde verkoopprijs vorig jaar het hardst: met maar liefst 29%. Dit komt volgens de NVM omdat daar veel nieuwe recreatiewoningen zijn gebouwd. Omdat nieuwbouwhuizen vaak duurder zijn dan bestaande woningen, is dit ook terug te zien aan de gemiddelde verkoopprijs. Daarnaast is er een grote vraag naar recreatiewoningen in deze zuidelijke provincie, ook uit Duitsland. 'Kopers bieden tegen elkaar op', aldus de NVM.

Ook in Zeeland (+12%) zaten de prijzen flink in de lift. Dit schrijft de NVM toe aan een toename van exclusief nieuwbouwaanbod.

Verder signaleert de NVM bovengemiddelde prijsstijgingen in de kustgebieden in Noord- en Zuid-Holland en Drenthe, met prijsstijgingen van 7 tot 9%. In Noord- en Zuid-Holland is de mismatch tussen vraag en aanbod hier debet aan.

Dit zijn de duurste en goedkoopste regio's

Kijken we naar de prijs per vierkante meter, dan bent u voor een recreatiewoning het goedkoopst uit in Flevoland, Drenthe, Achterhoek en Twente en Salland.

Voor een vakantiewoning aan de kust moet u het diepst in de buidel tasten.

De hoogste vraagprijzen signaleert de NVM in Zeeland: hier worden woningen aangeboden voor gemiddeld bijna 500.000 euro. In de Achterhoek, Brabant en Drenthe zijn de vraagprijzen het laagst.

Lees ook: Coronacrisis heeft vooralsnog geen vat op woningmarkt