Column

Toegang tot financiering voor het mkb moet beter

Alternatieve financieringsvormen moeten meer ruimte krijgen.

De Tweede Kamer lijkt het erover eens: alternatieve financieringsvormen moeten meer ruimte krijgen om het mkb minder afhankelijk te maken van banken.

Afgelopen maand werden er door meerdere Kamerleden moties ingediend om toegang tot financiering voor het mkb te verbeteren. Bijna alle moties werden uiteindelijk aangenomen, hetgeen betekent dat de staatssecretaris Mona Keijzer en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat nu aan zet zijn om onder meer onderzoek te doen naar:

  • Een centraal krediet- en/of zekerhedenregister.
  • Gedragscode MKB financiering.
  • Het hoge aantal afwijzingen van kredietaanvragen bij banken.

Crowdfundingdeskundige Ronald Kleverlaan geeft een korte samenvatting van de dingen die spelen.

Gedragscode

Begin dit jaar werd er door de Nederlandse Verenging van Banken een gedragscode opgesteld om het mkb tegemoet te komen. De afgelopen jaren zijn banken en het MKB steeds meer van elkaar vervreemd, omdat het verkrijgen van financiering volgens de laatste onnodig moeilijk was.

Daarom hebben de banken in een gedragscode vastgelegd wat ondernemers die aankloppen voor een lening van hun bank mogen verwachten. Zo moet de bank de klant een indicatie geven van hoe lang het ongeveer gaat duren om de aanvraag te beoordelen. En wijst de bank de aanvraag af, dan moet dat met een duidelijke motivatie.

De kritiek op de gedragscode is evenwel dat de input van alternatieve financiers hierin niet is meegenomen. “Zo voorziet de gedragscode niet in een adequate doorverwijzing of samenwerking met alternatieve financiers”, zo stelden Kleverlaan en lector Lex van Teeffelen, Financiële en Economische Advisering bij de HU al eerder in een opiniestuk in Het Financieele Dagblad.

Ook zijn banken volgens de twee selectief in het doorverwijzen naar alternatieve aanbieders, waardoor groei- en innovatiekansen onbenut blijven.

Kleverlaan en Van Teeffelen sturen aan op het onderling uitwisselen van kredietgegevens, als de ondernemer hiermee instemt. Ook het feit dat de gedragscode werd opgesteld door de NVB in plaats van een onafhankelijke organisatie valt niet bij iedereen in goede aarde.

“Ik denk dat de alternatieve financiers nog wel actiever het gesprek kunnen aangaan om de gedragscode te verbeteren, of om mogelijk met een aanvullende eigen code te komen”, aldus Kleverlaan.

Registers

Uit onderzoek van de Wereldbank blijkt dat toegang tot financiering voor het Nederlandse mkb erg lastig is. “We staan op plek 105 in de wereld, vergelijkbaar met Ecuador, Pakistan en Tunesië”, aldus Kleverlaan.

Volgens de crowdfundingdeskundige is het ontbreken van een centraal register van zekerheden en kredieten een van de redenen dat Nederland zo laag scoort op dit gebied. Hierdoor zouden financiers minder goed de risico's kunnen inschatten.

“Persoonlijk vind ik dit een belangrijk punt dat we in Nederland zouden moeten invoeren om een gelijkwaardig speelveld te krijgen voor innovatieve financieringsvormen en aanbieders, waarmee uiteindelijk ook betere tarieven en meer flexibiliteit aan ondernemers kan worden geboden”, aldus Kleverlaan.

Veel afwijzingen

Kleverlaan merkte op dat het goed zou zijn als er ook onderzoek wordt gedaan naar waarom financiering voor het mkb in Nederland ingewikkelder en minder toegankelijk is dan in omringende landen. Het aantal financieringsafwijzingen door banken zou flink oplopen.

“Ik ben [vooral] geïnteresseerd waarom en in welke fase deze afwijzingen plaats vinden, zodat daarop acties ingezet kunnen worden. Bijvoorbeeld het informeren over modernere financieringsvormen die in een bepaalde sector of levensfase van een bedrijf veel toereikender zijn.”

Justin Doornekamp is freelance-redacteur bij Participaties.nl. Justin Doornekamp kan posities innemen op de financile markten. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie aan de auteur is welkom.