Er lijkt eindelijk een einde te komen aan de forse stijgingen van de huurprijzen in de vrije sector in de Randstad. De prijzen vlakken hier af, met uitzondering van Utrecht. In de provincies buiten de Randstad stijgen de prijzen wèl flink. Dat blijkt uit cijfers van verhuursite Pararius over het tweede kwartaal.

Voor een huis in de vrije sector (met een huurprijs vanaf 710,68 euro per maand) betaalden huurders in het tweede kwartaal gemiddeld 10% meer dan een jaar eerder. In het eerste kwartaal was een vergelijkbare stijging te zien.

De gemiddelde huurprijs per vierkante meter bedroeg 14,85 euro per maand: het hoogste niveau sinds de crisis. Maar de cijfers laten grote verschillen tussen provincies zien. We zetten enkele opvallende trends voor u op een rij.

Flevoland en Groningen aan kop

De sterkste prijsstijgingen waren te zien in Flevoland (+23,47%) en Groningen (+16,98%). Op afstand volgen Overijssel (+9,88%), Limburg (+9,45%), Friesland (+9,3%), Utrecht (+8,77%), Zeeland (+7,96%) en Drenthe (+5,96%).

Hekkensluiters zijn de Randstadprovincies Noord-Holland (+2,8%) en Zuid-Holland (+3,26%), gevolgd door Gelderland (+4,34%) en Noord-Brabant (+5,38%). De gemiddelde prijsstijging in de provincies buiten de Randstad bedroeg 10,2%: ruim dubbel zo dubbel zo hoog dus als in de Randstad.

In de Randstadprovincies konden verhuurders nog wel de hoogste prijs per vierkante meter in rekening brengen. In Noord-Holland inden ze per maand 20,10 euro, in Utrecht 14,38 euro en in Zuid-Holland 13,92 euro.

Hierna volgt Groningen, met een gemiddelde huurprijs van 12,40 euro per vierkante meter per maand. Dat is opmerkelijk, want in de buurprovincies worden juist de laagste huurprijzen van ons land neergeteld: 8,71 euro in Drenthe en 8,93 euro in Friesland.

Amsterdam het duurst, Apeldoorn het goedkoopst

Met een maandelijkse huur van 22,28 euro per vierkante is Amsterdam de duurste stad van ons land. Ook Amstelveen (18,32 euro) en Haarlem (+16,44) zijn aan de prijs. Dit verklaart de koppositie van Noord-Holland. De goedkoopste steden zijn Apeldoorn (8,77 euro), Helmond (9,11 euro) en Leeuwarden (9,30 euro).

Van de vier grootste steden is in Rotterdam de sterkste stagnatie zichtbaar: daar daalde de gemiddelde huurprijs met 1,1% naar 14,07 euro per vierkante meter. In de voorgaande kwartalen was juist nog een stijging van 5 tot 8% te zien.

In Den Haag steeg de gemiddelde huurprijs met 1% naar 14,60 euro per vierkante meter. In Amsterdam stegen de prijzen met gemiddeld 1,4% naar 22,28 euro per vierkante meter.

Alleen in Utrecht zitten de huizenprijzen nog flink in de lift. Daar stegen de huurprijzen afgelopen kwartaal met 7,1% naar 16,44 euro per vierkante meter.

Randgemeenten in de lift

De forse prijsstijgingen van de afgelopen jaren drijven steeds meer huurders de stad uit. Zij zoeken hun toevlucht naar randgemeenten, waardoor ook hier de prijzen plotseling sterk omhoog gaan. Zo stegen de huurprijzen in Almere afgelopen kwartaal met maar liefst 23,5% op jaarbasis.

Wie de hoogste huur wil vangen, kan het best investeren in woningen met een klein oppervlak. Voor een huis met een oppervlakte tussen de 50 en 75 vierkante meter steeg de gemiddelde huurprijs in het tweede kwartaal met 11,5% naar 18,68 euro per vierkante meter. Ter vergelijking: voor een woning tussen de 125 en 150 vierkante meter werd 12,33 euro per vierkante meter betaald; een stijging van slechts 2,4% op jaarbasis.

Bij kleine huurwoningen gaat het vooral om appartementen. Hiervoor vragen verhuurders momenteel 16,42 euro per vierkante meter per maand, tegen slechts 11,13 euro voor een eengezinswoning.

Landelijk tekort aan huurwoningen

De balans tussen vraag en aanbod van huurwoningen is volkomen scheef gegroeid, omdat er tijdens de crisis veel te weinig is gebouwd, terwijl de bevolking en het aantal eenpersoonshuishoudens wel flink bleven toenemen. Dit jaar is er een tekort aan huurwoningen van circa 178.000. Volgend jaar zal dat naar verwachting oplopen tot 200.000 huizen.

Die krapte is vooral voelbaar in het middensegment, omdat middeninkomens teveel verdienen voor sociale huur en te weinig vermogen hebben om een huis te kunnen kopen. Aan die oververhitting kleeft wel een risico voor vastgoedbeleggers: gemeenten dreigen de hoogte van de huren aan banden te leggen, om de middeninkomens te behouden.

Beleggers ontdekken de huurmarkt

Het chronische tekort aan huurwoningen biedt uiteraard kansen voor beleggers, omdat schaarste leidt tot hogere rendementen. Volgens Pararius investeerden beleggers uit binnen- en buitenland de afgelopen tijd weer meer geld in de woningmarkt dan voorheen, zowel in bestaande woningen als nieuwbouwprojecten.

Privébeleggers kopen vooral huizen in de stad, die zij opknappen of verbouwen voor verhuur. Institutionele beleggers en projectontwikkelaars verschuiven hun blik naar de buitengebieden, omdat daar de grond goedkoper is en de bouwmogelijkheden in de grote steden uitgeput beginnen te raken.