Column

Nederlands risicokapitaal moet voorbeeld nemen aan buitenland

Hoewel het Nederlandse mkb tot het meest innovatieve in Europa behoort, blijkt dat het niveau van investeringen achterblijft.

Hoewel het Nederlandse mkb tot het meest innovatieve in Europa behoort, blijkt dat het niveau van investeringen achterblijft. Dat schrijft Lex van Teeffelen in een artikel op MKBkredietcoach.

Het grote probleem in Nederland is de toegang tot risicokapitaal. Nederlandse ondernemers zitten doorgaans niet te wachten op Private Equity partijen, die zich willen inkopen als aandeelhouders. Banken doen niet graag mee bij financieringen onder de 250.000 euro, dat is slechts 11% van hun portfolio. Er is juist steeds minder kapitaal beschikbaar.

En er blijft veel garantiegeld onbenut (tweederde ofwel 350 miljoen). Geen wonder want risicovolle leningen zijn voor banken niet interessant. Een zorgelijke ontwikkeling, want om de economische groei vol te houden en structureler van aard te laten zijn, zal meer goedkoop en toegankelijk risicokapitaal voor het mkb noodzakelijk zijn.

Te weinig kapitaal 

Ergerlijk is dat Nederland daarnaast weinig kapitaal weet aan te trekken van de Europese Investerings Bank (EIB), een fonds van 315 miljard euro. In Vlaanderen doen ze het beter. Ik bespreek drie Vlaamse regelingen, waarmee groeiende micro- en kleinbedrijven geholpen kunnen worden die de kleinere tickets behoeven.

1. KMO-Cofinanciering

Deze regeling – KMO staat voor kleine en middelgrote ondernemers – gaat tot maximaal 350.000 euro. De looptijd is maximaal tien jaar en de rente is met 3% laag. Het doel kan elke investering zijn, van vervanging tot groei of overname.

Er zijn twee eisen. De ondernemer moet tenminste 10% en een co-financier minstens 20% van de benodigde som inleggen. Die co-financier kan ook een private persoon zijn, zoals familie of vrienden, maar ook een crowdfundingsplatform. Deze financiering mag worden gecombineerd met de volgende regeling.

2. Winwinlening

De winwinlening is een achtergestelde lening met een maximum van 200.000 euro af te betalen in acht jaar. Dat kan aan het eind, maar ook tussentijds. De rente is minstens 2%. De financiers zijn particulieren – vrienden of familie – of een crowdfundingsplatform.

Elke partij mag maximaal een bedrag van 50.000 euro fiscaal aftrekken. Elke investeerder of crowdfunder krijgt een belastingaftrek van 2,5% per jaar gedurende acht jaar. Bij wanbetaling door de ondernemers mag 30% van het gederfde bedrag wederom fiscaal worden afgetrokken. Ook crowdfunders profiteren van deze belastingfaciliteit.

3. Tax Shelter

De tax shelter is een faciliteit van maximaal 250.000 euro te gebruiken voor het starten van een vennootschap of het laten groeien van de vennootschap in de eerste vier jaar van zijn bestaan. Er moet worden geïnvesteerd in het aandelenkapitaal.

Dat kan via erkende crowdfundingplatforms of startersfondsen. Funders krijgen op het ingelegde bedrag 30% (kleinbedrijf) of 45% (microbedrijf) belastingaftrek met een maximum van 100.000 euro per jaar.

 

Vlaanderen – Nederland: 3-0

Nederland kent deze regelingen niet. Wel kan in combinatie met bankleningen of een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij een achtergestelde lening worden aangevraagd bij het NLII. Erg omslachtig en tijdrovend, want drie partijen moeten hun goedkeuring geven.

Daarnaast is er de mogelijk bij FundIQ achtergesteld kapitaal te verkrijgen, daar hoor ik positievere signalen over. En ook Qredits experimenteert ermee. Het is Qredits overigens wel gelukt om 100 miljoen euro van de EIB los te peuteren voor de kleine tickets.

Tenslotte zijn er bij de crowdfundingsplatforms Symbid en Oneplanetcrowd mogelijkheden om risicokapitaal op te halen. Voor de bedragen vanaf 1 miljoen euro, kan ook aan NPEX worden gedacht.

Vlaanderen boven?

Er wordt nu te veel vanuit het bancaire of vanuit het private equity perspectief gedacht. Koppel (fiscale) regelingen of garanties aan directe particuliere investeringen en crowdfunding. Ervaringen uit de UK leren dat er veel particulier risicogeld (via crowdfunding) naar het mkb stroomt als er gunstige fiscale regelingen worden getroffen. Zo’n 2 miljard pond per jaar. Daar mogen (fiscale) garanties tegenover staan. Een aantal crowdfundingsplatforms zal nog transparanter moeten worden, maar dat wordt onontkoombaar bij inzet (fiscale) garanties en EIB gelden.

Een variant zou de volgende kunnen zijn. Maak de jaarlijkse 350 miljoen euro onbenutte garantiegelden vrij. Over vier jaar is dat 1,4 miljard euro aan fiscale vrijstellingen of garanties aan particulieren. Laat vervolgens de EIB twee keer 700 miljoen euro inleggen aan goedkoop risicokapitaal. Dan komt er 1,4 miljard euro laagrentend risicokapitaal vrij.

Dat geld kan vervolgens worden gematched door de crowd (50/50) of (75/25) met garantie of fiscale achtervang. Door het lager risico voor funders wordt ook hier de rente gematigd. Dan komt er tussen de 2,8 en 5,6 miljard euro aan risicokapitaal vrij tegen een acceptabele rente. Bij een gemiddelde ticketgrootte van 200.000 euro kunnen dan 14.000 tot 28.000 bedrijven van risicokapitaal worden voorzien in de komende jaren. De mogelijkheden zijn er, nu de politieke moed nog.

De redactie van IEXParticipaties bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.