Vorig jaar oordeelde Hof Den Haag dat een particuliere vastgoedinvesteerder zich bezighield met het drijven van een onderneming. De investeerder ging in beroep, maar onlangs werd bekend dat de Hoge Raad het Hofoordeel onder verwijzing naar art. 81 RO in stand laat. Wat voor effecten heeft dit voor u als particulier investeerder? Experts van Taxence zochten het uit.

Volgens de rechtbank had de vastgoedinvesteerder zijn vastgoed ten onrechte aangegeven in box 3. Het Hof oordeelde dat het inkomen uit het vastgoed in box 1 moest worden aangegeven. Dat komt doordat zolang de investeerder zich bezighoudt met passieve verhuur, het vastgoed kwalificeert als een belegging. Zo kunt u profiteren van een relatief lage belastingdruk op het rendement.

Als de activiteiten het normaal vermogensbeheer overschrijden, dan wordt het daadwerkelijk behaalde nettorendement echter belast in box 1 tegen een tarief van maximaal 52%. Oppassen dus als u een substantieel deel van het gebouwbeheer zelf doet.

Precedent

Hoewel de fiscus van mening is dat vastgoedexploitatie geen onderneming is, hebben de fiscale rechters nu al diverse keren geoordeeld dat de exploitatie van vastgoed wel degelijk als een onderneming kan kwalificeren. Deze uitspraken van voorgaande jaren scheppen een precedent voor toekomstige zaken.

Het is echter nog niet nodig om als actievere particuliere vastgoedbeleg peentjes te gaan zweten omdat uw vermogen verdampt. Het risico lijkt inderdaad wat groter, maar dit is alleen in extreme gevallen zo. De investeerder uit de rechtzaak in kwestie had bijvoorbeeld zo’n zestig appartementen die hij zelfstandig verhuurde. Meer een huisjesmelker dan een investeerder dus.

De boodschap is in ieder geval dat de fiscus de werkzaamheden van particuliere vastgoedinvesteerders steeds kritischer beoordeelt en waar mogelijk zal proberen om vastgoedinvesteerders in box 1 te belasten. Ook investeerders die panden kopen en vervolgens renoveren met de bedoeling om ze zelf te verhuren moeten dus op hun hoede zijn.

Lees meer op Taxence.nl.