Marcel Tak is dé special product-specialist van IEX en IEXProfs, maar schrijft ook graag over rente, obligatiemarkt en toezicht als hij zich daartoe geroepen voelt. "De financiële sector is in belangrijke mate bezig met het verplaatsen van lucht. De werkelijke toegevoegd waarde is beperkt. In mijn columns wil ik relativeren, tegenwicht bieden en zo mogelijk de andere kant van de medaille laten zien."

Doe de AEX! #hoedan?

Er zijn veel verschillende manieren om een positie in de AEX in te nemen. Ik ga ze na en geef de voor- en nadelen aan.

Hoewel beleggers, veel meer dan in het verleden, internationaal georiënteerd zijn, blijft de Nederlandse AEX Index populair. Natuurlijk als graadmeter voor de prestatie van de belangrijkste aan de beurs genoteerde aandelen. Maar ook als potentiële belegging speelt de index nog altijd een belangrijke rol.

Een kleine of wat grotere positie in de verzameling van de 25 grootste Nederlandse beursfondsen kan heel goed onderdeel van een gezonde beleggingsportefeuille uitmaken.

Er zijn opvallend veel verschillende mogelijkheden een positie in de AEX in te nemen. Ik ga ze na en geef de voor- en nadelen aan.

AEX via ETF’s (indexfondsen)

De AEX is een index en ik noem daarom als eerste de mogelijkheid van een positie in een AEX-indexfonds. Er zijn drie fondsen die de AEX volgen:

  • Think AEX ETF
  • iShares AEX
  • BNP Paribas AEX Index Fund

Alle drie de fondsen berekenen uiteraard (officiële) kosten, maar ik kijk naar de werkelijke kosten. Dat is het verschil tussen bruto indexrendement (inclusief dividendbelasting) en het fondsrendement. Dan blijkt dat over de afgelopen twee kalenderjaren iShares de hoogste werkelijke kosten had (0,66%).

Voor het BNP Paribas-fonds zijn de door mij berekende werkelijke kosten met 0,42% al lager. De Think-ETF heeft de laagste werkelijke kosten (0,33%), waarschijnlijk (mede) door een efficiëntere belastingverrekening.

Opmerkelijk is dat alle drie de uitgevers de fondsprestaties met een verschillende benchmark vergelijken. Think doet dat als enige met de juiste index, namelijk de bruto AEX. iShares vergelijkt zijn fondsprestatie met de netto AEX, waarin de bronbelasting op dividend niet is meegenomen.

Dat leidt tot een lager indexrendement, waardoor het gemakkelijker is voor het fonds de index te verslaan. BNP Paribas maakt het helemaal bont. De Franse bank vergelijkt het fondsresultaat met de AEX-prijsindex, waarin helemaal geen dividend is opgenomen.

Ik vind dat toezichthouder AFM regels moet stellen misleidende informatie, zoals het gebruik van de prijsindex als vergelijkingsmaatstaf, onmogelijk te maken. Beleggers worden met dergelijke vergelijkingen op het verkeerde been gezet over de relatieve fondsprestatie ten opzichte van de index.

AEX via Factor 100%

Commerzbank geeft verschillende Factors 100% uit die één-op-één de onderliggende waarde volgen. Zo is er ook een Factor 100% op de AEX. De onderliggende waarde van de Factor 100% is de AEX-future. Futures keren geen dividend uit, maar dat gemis wordt verrekend via de prijs van de future.

Daarnaast is de rente van belang. Hoe hoger de rente hoe, hoger de futureprijs. De Factor 100% hoeft maar een deel van de inleg in de future te investeren. Over het liquide deel ontvangt de belegger de (eendaagse) interbancaire rente (EONIA). Momenteel is de rente negatief (-0,36%).

Daar staat tegenover dat de futureprijs door die lage (negatieve) rente ook lager is ten opzichte van de spotprijs.

Commerzbank stelt in zijn informatie ten onrechte dat bij een (toekomstige) hoge rente een extra voordeel van het Factor 100%-certificaat ontstaat. Dat is onjuist. Bij een hogere rente, zal de futureprijs ook hoger zijn, wat het voordeel van de hogere rente op de liquiditeit neutraliseert.

In dat opzicht zijn futureprijs en rente communicerende vaten.

De kosten van de Factor 100% zijn 0,3% op jaarbasis. Met de Factor 100% heeft de belegger een debiteurenrisico op de uitgevende instelling (Commerzbank, S&P rating BBB+).

AEX via futures

Een belegging in de AEX kan ook via de AEX-future (FTI). De FTI april bijvoorbeeld noteert bij een AEX-stand van 513,30 een koers van 512,05. Hier zien we de lagere futureprijs, gebaseerd op het verwachte dividend verminderd met de rente.

Zonder dividend te ontvangen, incasseert de futurebelegger toch (indirect) het dividend. Door zelf een futureconstructie op te zetten, bespaart de belegger beheerkosten zoals voor de ETF’s en de Factor 100%.

Nadeel is dat elke future 200 keer de onderliggende waarde bevat, waarmee met 1 FTI meer dan 100.000 euro in de AEX wordt belegd. Bovendien vereist beleggen via de future actief beheer, omdat telkens de future naar een nieuwe maand moet worden doorgerold.

AEX via turbo’s (sprinters)

Er zijn vele turbo’s op de AEX beschikbaar, met grote en kleine hefbomen, afhankelijk van het financieringsniveau. Er zijn turbo’s waarbij het financieringsniveau gelijk is aan de stoploss (best; als het financieringsniveau is doorbroken, is de turbo (sprinter) niets meer waard).

Er zijn ook turbo’s waarbij het stoplossniveau boven het financieringsniveau ligt. Bij doorbreken van het stoplossniveau, wordt het product beëindigd en kan er enige restwaarde overblijven.

De uitgevende instelling van de turbo financiert een groot deel van de positie in de onderliggende waarde. De uitgevende instelling rekent hier rente voor. Het dividend wordt indirect ontvangen via een verlaging van het financieringsniveau op het moment dat dividend wordt uitgekeerd.

Let op dat bij deze verrekening de bronbelasting niet altijd wordt doorgegeven. Bij best-producten wordt ook een risicopremie geheven, omdat bij grote uitschieters de bank geen buffer heeft dit op te vangen. De bank kan in deze situatie verlies lijden, omdat de best-turbo nooit een negatieve waarde kan hebben.

AEX via opties

Op de Amsterdamse beurs worden veel opties op de AEX verhandeld. Via het gelijktijdig kopen van een call en schrijven van een put op dezelfde uitoefenprijs en met dezelfde afloopdatum, wordt een futurepositie gecreëerd.

Bij de AEX van 513,30 is de prijs van de call 515 gelijk aan 4,25 euro, terwijl de geschreven put 515 een bedrag van 7,20 euro oplevert. In totaal wordt 2,95 ontvangen, zodat de effectieve prijs 512,05 is, gelijk aan de futureprijs van 512,05.

AEX zelf samengesteld

Bij al deze mogelijkheden zou u bijna vergeten dat het gemakkelijk is zelf de AEX samen te stellen. Om dat precies te doen moet u de juiste weging van de aandelen weten. Zo hebben Unilever en RDS een gewicht van circa 15% ieder, terwijl ING op 11% staat.

U kunt natuurlijk trachten precies de AEX te kopiëren, maar het is ook mogelijk de gewichten niet exact over te nemen. U krijgt dan wel een (iets) afwijkend resultaat. Maar dat kan zowel lager als hoger dan de originele AEX zijn.

Er is geen (financiële) wet die bepaalt dat het resultaat van de echte AEX de enige juiste is. Het is ook mogelijk met slechts zeven aandelen, Unilever (15%), RDS (15%), ING (11%), ASML (10%), Philips (6%), Ahold (5%) en Akzo (4%), twee derde van de index te kopiëren.

Mijn conclusie

Alles overziend kunt u het gemakkelijkst en goedkoop via een ETF de AEX volgen, waarbij die van Think de laagste (werkelijke) kosten heeft. Ik zie voor Factor 100% weinig toegevoegde waarde ten opzichte van ETF’s.

Een turbo of sprinter kan een goede keuze zijn als u uw potentiële verlies wil limiteren. Deze instrumenten kunnen natuurlijk ook gebruikt worden om met hefboom te beleggen. Dat geldt ook voor opties, maar dan moet de volatiliteitpremie een mooi rendement niet te veel in de weg zitten.

Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.