Rob Stallinga is sinds maart 2015 redacteur van IEXProfs. In 2004 werd hij hoofdredacteur van het beleggingsblad Safe. Daarnaast schreef hij voor Quote en andere financiële titels.

De derde weg

Converteerbare obligaties deden het de laatste jaren even goed als aandelen, waarbij de risico’s wel veel minder groot waren. Ideetje?

Ik schreef er vorige zomer al over onder kop De hybride oplossing. Het waren toen onrustige tijden aan de vooravond van het Britse referendum. Beleggers stapten uit aandelen om in obligaties hun zekerheid te vinden.

Ik stelde een derde weg voor: beleggen in converteerbare obligaties. Dan profiteert u wel van stijgende aandelenkoersen, maar is er ook (enige) veiligheid als aandelen worden gedumpt.

Converteerbare obligaties, ook wel convertibles genoemd, zijn namelijk bedrijfsobligaties, die een vaste rente geven, maar kunnen worden omgewisseld in aandelen als de onderliggende aandelenkoers een vastgesteld punt heeft bereikt. Beschouw het als gewone obligatie in combinatie met een calloptie.

Converteerbare obligaties betalen in de regel wel iets minder rente dan gewone bedrijfsobligaties. Dat is de prijs die voor de calloptie moet worden betaald.

Misverstanden ontkracht

De koersontwikkeling van converteerbare obligaties volgt voor twee derde de koersstijging van aandelen en voor een derde de koersdaling. Dat leidt, zo blijkt uit de geschiedenis, op de lange termijn tot een rendement dat even hoog is als dat van aandelen, maar dan wel met de helft van het risico.

U vraagt zich wellicht af: waarom belegt niet de hele wereld in converteerbare obligaties? Volgens Tarek Saber hoofd convertible bonds van NN IP is een aantal misverstanden de reden dat deze hybride beleggingscategorie in veel portefeuilles ontbreekt. Saber somt de misverstanden op:

1: De markt voor converteerbare obligaties is relatief klein (300 miljard dollar) en daardoor snel uit evenwicht gebracht.

Saber ontkracht: “Als elke grote belegger zich zou laven aan de markt voor convertibles kan de markt inderdaad te klein worden, met alle negatieve gevolgen van dien. Gelukkig doen de meeste beleggers dat niet.”

2. Convertibles bieden een lagere rente dan gewone obligaties en een lager rendement dan gewone aandelen.

Saber: “De rentes op convertibles zijn inderdaad niet zo hoog, maar dankzij hun onderliggende koppeling met aandelen kunnen converteerbare obligaties echter aandelenachtige rendementen genereren bij een veel lager risico.”

3: Er kan eenvoudig een mix van obligaties en aandelen worden gemaakt. Waarom het nog ingewikkelder maken met converteerbare obligaties?

Saber: “Convertibles kunnen worden gezien als een oplossing waarmee een belegger dichter bij de optimale verdeling over aandelen en obligaties komt. Er is nu onzekerheid over de ontwikkeling van de rente. Daarom is het belangrijk te benadrukken dat convertibles in het verleden goed hebben gepresteerd bij stijgende rentes.”

4: Beleggen in convertibles is te moeilijk.

Saber: “Er zijn minder managers voor converteerbare obligaties dan voor sommige andere beleggingscategorieën, maar er zijn genoeg gespecialiseerde managers om uit te kiezen.”

Aandelenrendementen

Saber is niet de enige die in de afgelopen week converteerbare obligaties onder de aandacht bracht. Ook Eelco Ubbels van het researchbureau Alpha Research schreef voor IEXProfs dat convertibles over de afgelopen twintig jaar aandelenrendementen leverden, terwijl het feitelijk obligatie zijn.

Ook vorig jaar deden convertibles het volgens hem prima. “De MSCI World steeg 9% met een volatiliteit van 15,5%. De wereldwijde convertible-index van BofAML ging met 8,8% omhoog met een volatiliteit van 10,5%. Ofwel, converteerbare obligaties hadden wel de upside van aandelen maar niet de bijbehorende risico's.”

Fondsvergelijking

Kansen voor converteerbare obligaties ziet ook Alan Musschott, die het Franklin Convertible Securities Fund van Franklin Templeton Investments beheert. Net als Saber ziet hij in de huidige tijd, waarin een stijging van de rentes wordt verwacht, kansen voor converteerbare obligaties.

De verwachte oplopende overheidsbestedingen, hier en in de Verenigde Staten, spelen volgens hem niet alleen aandelen in de kaart, maar ook converteerbare obligaties, “waarbij de risicorendementsverhouding van convertibles wel aantrekkelijker is."

Twee fondsen met een ijzersterk trackrecord in het beleggen in converteerbare obligaties zijn het fonds van Musschot en Deutsche Invest Convertibles van collega Hans-Joachim Weber van DWS. Beide fondsen hebben van Morningstar vier sterren. Beide fondsen zijn genoteerd in euro’s.

Wat zijn de verschillen in rendement, kosten en risico?

Rendement 3 jaar (gemiddeld per jaar)

  • Deutsche Convertibles: 8,2%
  • Franklin Convertibles: 9,6%

Rendement 1 jaar

  • Deutsche Convertibles: 4,1%
  • Franklin Convertibles: 14,3%

Kosten

  • Deutsche Convertibles: 0,74%
  • Franklin Convertibles: 1,59%

Risico (standaarddeviatie)

  • Deutsche Convertibles: 7,6
  • Franklin Convertibles: 10,3

Conclusies

Het rendement van het converteerbare obligatie-fonds van Franklin Templeton is de beste van de twee, zowel over het laatste jaar als over de laatste drie jaar. Dit rendement is wel behaald door relatief veel risico te nemen. Dat wreekt zich als de aandelenkoersen dalen. Daarnaast is het fonds van Franklin Templeton erg duur. De kosten van 1,59% per jaar is eigenlijk niet meer van deze tijd. Bron: Morningstar Peildatum: 13 januari 201

Rob Stallinga is financieel journalist. De informatie in zijn artikelen is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.