De verkoop van een leningenportefeuille door Propertize aan Goldman Sachs eind 2015 was volgens de rechtbank van Utrecht rechtmatig. Daarmee vangt bezwaarmaker Van Boom & Slettenhaar juridisch bot.

Eind 2015 kocht Goldman Sachs van vastgoedfinancier Propertize voor 89 miljoen euro een leningenportefeuille. De leningen waren verstrekt aan fondsaanbieder Van Boom & Slettenhaar.

Medio 2016 trok de Amerikaanse zakenbank de kredietlijn in. Omdat de waarde van het onderpand lager was dan de hypotheek eiste Goldman Sachs ook het kantorenvastgoed op met de bedoeling dit te verkopen.

Inleg verloren

De fondsaanbieder vocht de verkoop door toenmalig Propertize-eigenaar de Nederlandse Staat tevergeefs aan en stapte vervolgens naar de rechter. Volgens Van Boom & Slettenhaar handelt Goldman Sachs onethisch door de lening te beëindigen en het onderliggende vastgoed te verkopen.

De 1.300 particuliere meest Nederlandse beleggers verliezen daarmee hun inleg van ongeveer 60 miljoen euro. Bovendien wordt hun de kans ontnomen het vastgoed zelf te verkopen tegen een redelijke prijs in de huidige herstellende kantorenmarkt.

De rechtbank in Utrecht oordeelt dat de handelswijze van Propertize rechtmatig is, blijkt uit een op 6 januari gepubliceerde uitspraak. Volgens de Utrechtse rechter had Propertize met de verkoop een belang om het verlies op de leningen aan B&S te beperken.

Niet voldaan aan eisen

Bovendien heeft B&S de reactie van Goldman Sachs van leningopeising en vastgoedverkoop aan zichzelf te wijten, oordeelt de rechtbank. De fondsaanbieder voldeed immers niet aan de verschuldigde aflossingen en rentebetalingen.

"Daarmee heeft B&S zichzelf in de situatie gebracht dat haar financier de financiering in redelijkheid kon opeisen," aldus het vonnis. B&S was niet bereikbaar voor een reactie.