Column

Investeren kun je leren: Robert de Boeck

Antea richt zich weer helemaal op private equity. Volgens Robert de Boeck is het, nu de banken zo streng zijn, goed deals sluiten.

In mei nam IBUS zeven vastgoedfondsen over van Antea, dat zich nu dus weer volledig richt op private equity. Wat betekent het afscheid van vastgoed en waar ziet de investeringsmaatschappij uit Den Haag grote kansen liggen voor de komende jaren?

Robert De Boeck, directeur van Antea, is er kort over: het afstoten van de vastgoedportefeuille heeft geen directe gevolgen voor de bedrijfsactiviteiten op het gebied van private equity. Beide takken waren immers al volledig gescheiden. En dus gaat het bedrijf op eigen tempo verder met het aanbieden van participatiefondsen die investeren in gemiddeld dertien mkb-ondernemingen.

‘Op eigen tempo’, want er moet volgens De Boeck zeker geen beleggingsdwang zijn. “Daar komen overhaaste beslissingen van.” Het laatste fonds van Antea zag in 2011 het levenslicht en sindsdien is er in vijf bedrijven geïnvesteerd, waaronder een dienstverlener op het gebied van arbeidsveiligheid en een groothandel in outdoor lifestyleproducten.

Robert de Boeck
Robert de Boeck: "Historische prestaties zeggen het meest over toekomstige prestaties. Na zes mislukkingen is de kans groot dat de zevende keer geen succes wordt.”

Bedrijven selecteren
De komende paar jaar zal worden gebruikt om het fonds aan te vullen met minstens zes andere ondernemingen. De investeringsmaatschappij hoopt na het einde van de looptijd op een enkelvoudig rendement van 15% per jaar. “Bij iedere nieuw prospectus dat we uitgeven, laten we door een externe deskundige een waardebepaling van de portefeuille maken,” zegt De Boeck.

“Een waardebepaling wordt gemaakt op basis van een reële prijs die we voor een onderneming zouden krijgen als we het direct kunnen verkopen. In 2011 was het rendement van de afgelopen zeventien jaar gemiddeld 19%. Ik denk overigens dat dit rendement inmiddels lager ligt, zeker na het faillissement van iCentre.” Gemakkelijk is het niet om een juiste selectie van bedrijven te maken, aldus De Boeck.

Hij zegt gemiddeld per jaar tussen de 125 en 175 serieuze voorstellen te krijgen van ondernemingen. Wat in ieder geval buiten de scope valt zijn startende bedrijven. “De ervaring leert dat starters een heel intensieve begeleiding nodig hebben,” zegt De Boeck.

No-go
“Onze investeerders zijn (oud-) ondernemers en zij kunnen deze begeleiding zeker geven, maar het zal een informal investor al snel vijftien tot twintig uur kosten om een starter de juiste begeleiding te bieden. In fondsverband heeft dat geen zin. Daarnaast zie ik matige rendementen in het starterssegment.”

Een absolute no-go is voor hem een onbetrouwbaar management. “Het is natuurlijk een open deur, maar het management bepaalt het succes van een onderneming. Daarbij spelen ervaring van de ondernemer en mijn eigen onderbuikgevoel natuurlijk ook een rol. Er moet goed onderzoek plaatsvinden naar het verleden van ondernemers. Historische prestaties zeggen het meest over toekomstige prestaties. Na zes mislukkingen is de kans groot dat de zevende keer geen succes wordt.”

Antea doet niet aan branchespecialisatie. In principe zijn bedrijven uit iedere sector welkom, al vindt De Boeck bepaalde sectoren minder aantrekkelijk, zoals de grafische industrie, bouw en transport. Conjunctuurgevoeligheid bij een onderneming is niet wenselijk. “Industrieën die afhankelijk zijn van consumentenbestedingen, bijvoorbeeld de retail, zitten momenteel echt in het slop. Voor een goede exit is het daarnaast van belang dat een bedrijf de potentie heeft om tot de top vijf in de (niche-) markt te behoren. Daar hoort een onderscheidend vermogen en bescherming van dat unieke karakter, door bijvoorbeeld patenten of technologieën, zeker bij.”

Fantastische tijd
Op het gebied van private equity in Nederland ziet De Boeck een aantal opvallende trends. Zo kiezen directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) er steeds vaker voor om een stukje van de onderneming te verkopen, waarbij de ondernemer een meerderheidsbelang houdt. “Dat is een soort deal die we tot twee a drie jaar geleden nog niet zagen. Vorig jaar hebben we vijf participaties gedaan, waarvan er drie deze achtergrond hadden.” Een trend die hem zorgen baart, is de druk van banken om ondernemers kortetermijndoelstellingen op te leggen.

“Voor innovatie moet de tijd worden genomen. Innovatie levert volgend jaar niks op, maar wel over bijvoorbeeld zeven jaar. Wij zijn juist investeerders voor de lange termijn.” Door de terughoudendheid van banken, komt private equity wel in een fantastische tijd terecht. Maar het is volgens De Boeck niet alleen rozengeur en maneschijn.

“Natuurlijk is het mogelijk om betere deals te sluiten dan in een hoogconjunctuur. Waarderingen van ondernemingen staan onder druk en dat is gunstig voor ons bij de inkoop, maar de concurrentie van andere private equity-partijen blijft.” Veel ondernemers worden daarnaast vaker bijgestaan door een adviseur. “Dat kwam in de jaren negentig weinig voor. Nu zorgen ze ervoor dat de markt zijn werking doet en dat de ondernemer met meer partijen praat. Geld is niet het enige wat belangrijk is. Een ondernemer gaat immers een partnership aan met een partij voor vijf tot zeven jaar. Het moet wel klikken.”

De risico’s van investeren in private equity mogen volgens De Boeck dan ook niet over het hoofd worden gezien. “Denk erg om spreiding. Het gaat toch om risicodragend vermogen en het is een niet liquide belegging waar u morgen van af kunt.”

  • Klik hier voor alle afleveringen van de rubriek Investeren kun je leren.
Justin Doornekamp is freelance-redacteur bij Participaties.nl. Justin Doornekamp kan posities innemen op de financile markten. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie aan de auteur is welkom.