Nieuws

Filmtop 2013: iedereen blij?

Conclusie van de filmtop is dat de ministers Kamp en Bussemaker het probleem onderkennen, maar gaan ze er ook wat aan doen?

Ministers Jet Bussemaker (Cultuur) en Henk Kamp (Economische Zaken) zaten afgelopen donderdag 11 april met onder meer producenten, distributeurs en de bioscoopbranche rond de tafel. Het doel van de zogenoemde filmtop: bespreken op welke manier de Nederlandse filmindustrie uit een dreigende neerwaartse spiraal kan worden gehaald.

Wat waren de verwachtingen vooraf en zijn deze ingelost? Een groot probleem is de concurrentie van landen om ons heen die wel een uitgebreid (fiscaal) stimuleringsbeleid hebben dat Nederland niet heeft. Daardoor ontbreekt een gelijk speelveld en verdwijnt er steeds meer werk naar het buitenland.

“Ik hoop dat eindelijk de noodzaak wordt gezien om een economisch stimuleringsbeleid te initiëren,” zegt Marjan van der Haar, directeur van FilmProducenten Nederland, voorafgaand aan de bijeenkomst.

“Dit probleem moet een speerpunt worden in het creatieve-industriebeleid. Hopelijk geeft minister Kamp het startschot om op korte termijn, nog voor de zomer, te komen met een regeling om werkgelegenheid en bedrijvigheid in de sector te stimuleren. Dit kan in de vorm van een taxshelter, maar ook een kostprijsverlagende subsidie is denkbaar. Er zijn veel manieren.”

Doreen Boonekamp hoopt spijkers met koppen te kunnen slaan: “Het gesprek in januari met de Tweede Kamer draaide om het uitleggen van de problematiek. Bij de filmtop gaat het om het bespreken van een oplossingsvariant. Welke effecten hebben bepaalde stimuleringsmogelijkheden?”

“Het feit dat de top georganiseerd wordt en dat we met Kamp en Bussemaker kunnen spreken, geeft aan dat ze een goed oor hebben voor de problematiek die in de sector speelt,” aldus Boonekamp.

Vervolggesprekken
Op de top is afgesproken dat binnen Economische Zaken bekeken gaat worden of de ongelijkheid ten opzichte van het buitenland te repareren valt binnen bestaande regelingen. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan is de afspraak dat andere opties worden onderzocht.

Bussemaker concludeerde daarnaast dat de filmtop zeker een vervolg verdient. “Er is afgesproken dat er vervolggesprekken zullen komen met zowel het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als het ministerie van Economische Zaken,” zegt Van der Haar na afloop van de filmtop. Zij is enigszins teleurgesteld in de uitkomsten van het gesprek.

Het startschot van Kamp om op korte termijn met een oplossing te komen, zit er niet meer in. “In de top werd bevestigd dat de ministeries het ongelijke speelveld zien, maar er zou concreter op ingesprongen moeten worden. Ik ben bang dat ze de urgentie van het probleem niet voldoende zien.”

Welke problemen?
In eerste instantie lijkt er ook geen vuiltje aan de lucht: het marktaandeel van Nederlandse films is goed en er draaien veel films van Nederlandse bodem in de bioscopen. “Maar dit is allemaal in het verleden opgebouwd,” aldus Van der Haar. “Daar kunnen we niet langer meer op teren. Producenten zullen Nederland niet meer verkiezen voor coproducties. Kamp realiseert zich dit niet voldoende.”

“Er is drie keer een wisseling van het kabinet geweest, waardoor we de situatie telkens opnieuw moesten bespreken,” zegt Boonekamp. “Na het gesprek van donderdag heb ik wel het idee gekregen dat het probleem goed op de agenda staat en dat er ambities zijn om te komen tot een gelijk speelveld. Ministers Bussemaker en Kamp zullen verslag uitbrengen aan de Tweede Kamer, waarna we hopelijk snel kunnen nagaan of er bereidheid is om daadwerkelijk tot een oplossing te komen.”

Het is nog onduidelijk wanneer er vervolggesprekken gaan plaatsvinden. “We gaan er alles aan doen om ervoor te zorgen dat hier afspraken over komen en dat er een duidelijke tijdlijn komt,” aldus Van der Haar.

Justin Doornekamp is freelance-redacteur bij Participaties.nl. Justin Doornekamp kan posities innemen op de financile markten. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie aan de auteur is welkom.