Ondanks de coronacrisis zijn de prijzen bestaande koopwoningen afgelopen jaar doorgestegen naar een recordniveau. Dat blijkt uit een meting van het CBS en het Kadaster.

Voor een koopwoning werd gemiddeld 7,8% meer neergeteld dan in 2019. De gemiddelde huizenprijs bedroeg in december 333.199 euro. Een jaar eerder was dat nog 312.957 euro.

Overigens zijn de prijzen sinds oktober wel op maandbasis aan het dalen. In oktober verwisselde de gemiddelde koopwoning nog voor 350.244 euro van eigenaar.

Er gaat niets boven Groningen

In alle provincies zaten de huizenprijzen in de lift. In Noord-Holland stegen ze het minst hard: met 6,5%. Groningen ging aan kop, met een prijsstijging van 10,4%. Flevoland volgt op de voet, met een toename van 9,5%.

In Noord-Brabant werden de meeste huizen verkocht

Ook de woningverkopen zaten in de lift. In totaal verwisselden 236.000 woningen van eigenaar. Dat is 7,7% meer dan in 2019. Op 2017 na zijn nog nooit zoveel huizen in één jaar verkocht.

Hier ging Noord-Brabant aan kop, met een stijging van het aantal transacties met 13%. Flevoland sluit de rij, met een stijging van 3,4%.

Utrecht kent grootste prijsstijging van de vier grote steden

Van de vier grootste steden gingen de prijzen het hardst omhoog in Utrecht: met 9,4%. In Amsterdam was de prijsstijging het kleinst: 4,7%. 

Qua transaties steekt Den Haag de andere steden de loef af, met een toename van 8,5%.

Appartementen zijn de afgelopen 7 jaar het hardst gestegen

Sinds het dieptepunt op de woningmarkt in 2013 zijn alle woningtypen in prijs gestegen. Maar voor appartementen is het prijsverschil het grootst: deze zijn in zeven jaar tijd ruim 65% duurder geworden.

Voor vrijstaande huizen was de prijsstijging het kleinst: ruim 36%.

... maar de rek lijkt er nu uit

Of de prijzen van appartementen in hetzelfde tempo zullen doorstijgen, is wel de vraag. In het vierde kwartaal was hier de kleinste toename te zien van alle woningtypen.

Lees ook: Nog nooit waren de hypotheekrentes zo laag als nu