Column

Investeren kun je leren: Marius Prins

Participatiemaatschappij PPM Oost wil er op tijd bij zijn, dus investeert CEO Marius Prins steeds vaker in startups.

Participatiemaatschappij PPM Oost participeert in bedrijven uit de provincies Gelderland en Overijssel. CEO Marius Prins over investeren in de achtertuin: “De afgelopen tien jaar stonden in het teken van global, misschien moeten we nu weer kijken naar local.”

Met geld van de provincies Gelderland en Overijssel, de Nederlandse staat en de Universiteit Twente, investeert PPM in regionale ondernemingen in Oost-Nederland.

Waar private investeerders kansen laten liggen, ziet de regionale investeerder mogelijkheden. “We kiezen steeds vaker voor startups of verstrekken seed- of pre-seed kapitaal om te kunnen investeren in de juiste innovaties die zowel de ondernemer als onze regio helpen,” aldus Prins.

Deze innovaties komen voornamelijk van de vele universiteiten die de provincies rijk zijn. Denk aan investeringen in agrofood, life sciences, hightech en duurzame energie. “De kennisinstellingen doen onderzoeken waarin bedrijven geïnteresseerd kunnen zijn. Wij willen er vroeg bij zijn, door hierin te investeren.”

Rendement
Dat hier een groot risico bij komt kijken dat niet per definitie gecompenseerd wordt door een hoog rendement, nemen aandeelhouders voor lief, aldus Prins. Een unieke positie: “Onze aandeelhouders vinden het belangrijk dat het geld in tact blijft en dat de ondernemingen een bijdrage leveren aan de economische ontwikkeling in de regio.”

Marius Prins
Marius Prins: “We kiezen steeds vaker voor startups of verstrekken seed- of pre-seed kapitaal.”

“We calculeren zelf wel met een hoog rendement, omdat we best veel deals doen. Een redelijk aantal daarvan brengt helaas niet op wat we verwachten. Ik denk bij innovatieleningen aan een rentepercentage van 7% á 8%, groeileningen aan 10% en met Venture Capital reken je op rendementen met een ondergrens van 15%.”

Internationale ambitie
Hoewel Prins investeert in regionale ondernemingen, is het een must dat deze zich wel richten op de wereldmarkt. “Een internationale ambitie moet er zeker zijn, ik zie het snel genoeg aan de plannen. Ik zie graag dat een bedrijf op een gegeven moment een internationale strategie uitrolt en een kleine vestiging opent in het buitenland om dichter bij klanten te zijn.”

Prins erkent wel dat er een groot nadeel zit aan regionaal investeren. “Een geweldige startup in Utrecht kunnen we nu niet helpen.”
Wel denkt hij dat particuliere investeerders zich steeds vaker willen identificeren met bedrijven die dicht in de buurt zitten. “De afgelopen tien jaar stonden in het teken van global, misschien moeten we nu weer kijken naar local. We willen tegenwoordig weten wat we eten, dus waarom willen we niet weten wat we financieren met ons spaargeld?”

Persoonlijk contact
Prins begint zijn ochtend niet met het openen van zijn mailbox om te kijken of daar nog businessplannen tussen zitten die hem aanspreken. Daarentegen kunnen universiteiten in de omgeving – Wageningen, Twente, Nijmegen – wel een telefoontje van hem verwachten. “Ik probeer zoveel mogelijk te kijken naar het netwerk van deze kennisinstellingen. Iemand die privaat kapitaal kan vinden, maar bij ons komt om te kijken of het goedkoper kan, sla ik af.

Een ondernemer moet wel kunnen en willen delen,” aldus de CEO van PPM Oost. “Als doelstellingen worden behaald, dan heeft de ondernemer een hele reële medeaandeelhouder aan ons, is dit niet het geval dan hebben wij een groot deel van de koek in handen. Wij gunnen hem de start, dus moet hij op een gegeven moment ook onze exit mogelijk maken. De ene ondernemer snapt dat direct, bij een ander is er soms een extra gesprek nodig.”

prins probeert altijd een private partij of informal investor te vinden die gezamenlijk met PPM Oost investeert, zodat ‘niet al het publieke geld op een eilandje terecht komt’.

Donderslag bij heldere hemel
Dat de banken minder vaak meefinancieren, maakt het voor Prins niet altijd makkelijk. “Vanochtend zat ik in een vergadering met de Raad van Commissarissen van onze eigen onderneming. Deze zag in een kwartaal een betaling aan een onderneming, die nog in datzelfde kwartaal failliet ging. Een kredietopzegging van de bank, die als donderslag bij heldere hemel kwam, was de oorzaak. Ondanks dat we veel vermogen beheren, kunnen ook wij niet alles opvangen wat banken nalaten.”

“Als je als bank krediet opzegt, probeert dat dan met een bepaalde horizon te doen, zodat de onderneming niet gigantisch onder druk komt te staan en zich hierdoor niet meer kan concentreren op het ondernemen. Ik heb er begrip voor dat banken zelf orde op zaken moeten stellen, maar niet voor de manier waarop ze dat doen.”

  • Klik hier voor alle afleveringen van de rubriek Investeren kun je leren.
Justin Doornekamp is freelance-redacteur bij Participaties.nl. Justin Doornekamp kan posities innemen op de financile markten. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie aan de auteur is welkom.