Column

Trotter doet het zelf

MKB-bedrijven slaan steeds vaker de bank over en halen hun financiering bij beleggers. Interview met een van de pioniers.

Vooral innovatieve MKB-bedrijven zijn op zoek naar financiering, maar stuiten keer op keer op de risicomijdende houding van banken. Maar goed, je bent innovatief of niet, dus ook aan de financieringskant duiken steeds meer vindingrijke alternatieven op.

Zo is daar het Haagse bedrijf Trotter, dat een vernieuwend concept in tijdelijke buitenreclame op de markt brengt. In plaats van buizenframes of houten staketsels, zoals de aanplakborden die bij verkiezingen langs de openbare weg staan, produceert het bedrijf strak ontworpen mobiele billboards in diverse maten, die overal kunnen worden ingezet, van actiereclame bij benzinepompen, tot crowd control bij grote evenementen. 

Het jonge bedrijf groeit al behoorlijk in Nederland, maar het heeft nu zijn zinnen gezet op een snelle expansie in het buitenland. Daarvoor moet een distributienetwerk worden opgetuigd en – uiteraard – een behoorlijk aantal ‘Trotters’ worden geproduceerd. 

Nieuwe aanpak
Voor de financiering van dat buitenlandse avontuur koos Trotter voor een nieuwe aanpak. Het bedrijf geeft obligaties uit en verkoopt die direct aan beleggers via de participatiebeurs NPEX. Daarmee is het het eerste bedrijf dat via dit platform verhandelbare obligaties in de markt zet.  

De actie van Trotter past naadloos in een nieuwe trend, die langzaam op gang begin te komen: MKB-bedrijven zoeken steeds vaker hun heil buiten de traditionele kredietkanalen. Met name starters, bedrijven in krimpsectoren en ondernemingen die buten de aangescherpte criteria vallen kampen momenteel met acute financieringsproblemen

Overal een uitvalsbasis
Kon Trotters buitenlandse avontuur ook niet via de traditionele kanalen worden gefinancierd, vragen we aan CFO Stijn Wortelboer. 

“De bank wil zoiets nu niet helemaal alleen financieren. Zo’n expansie is omvangrijk en als bank neem je dan bijna het hele bedrijfsrisico over. Een bank wil zekerheden. Het onderpand en de solvabiliteit zijn daar onvoldoende voor. Niet dat ze Trotter niet willen financieren, de productie van nieuwe Trotters financieren ze gewoon mee. Het gaat om de internationale expansie; dat is een stap te ver voor ze.”

Waarom is die expansie zo belangrijk?

“Dit is een nieuw concept, dat van A tot Z is geïndustrialiseerd, dus zich ook heel goed leent voor schaalvergroting. We willen in iedere nieuwe markt snel de standaard neerzetten en van daaruit verder gaan. Dan moet je overal een vestiging hebben. Een voorbeeld is BP, waar we nu bij zes tankstations Trotter-palen hebben staan.”

“Daar komen binnenkort weer vijf stations bij. Zoiets kan een mooie opstap vormen om dat ook in het buitenland te gaan doen. Dan is het belangrijk dat we op die plekken ook al een lokale uitvalsbasis hebben.”

Jullie hebben gekozen om als eerste MKB-bedrijf obligaties uit te geven via NPEX. Waarom dat platform? 

“Wij kennen de oprichters van NPEX uit ons eigen netwerk. Zij zijn ook ondernemers uit Den Haag, net als wij. We hebben van dichtbij gevolgd hoe zij in alle rust een heel gedegen platform hebben opgebouwd, op basis van een sterke automatisering.”  

ABP laatste zetje
“Het nieuws dat ABP, in de vorm van investeringsmaatschappij INKEF Capital, ging deelnemen in NPEX was voor ons het laatste zetje dat we nodig hadden. Daarna is de zaak in beweging gekomen. En ik moet zeggen: ze hebben die obligatie heel goed geregeld. De Stichting Obligatiehouders, de trustakte, dat is allemaal perfect voorbereid. “

Speelt in zo’n besluit nog mee dat de obligaties na de uitgifte ook verhandelbaar zijn?

“Het is wel prettig als zo’n obligatie ook liquide is. Dat je als belegger de mogelijkheid hebt om tussentijds te kopen en verkopen. Of die markt er ook daadwerkelijk gaat zijn is moeilijk te voorspellen. We hebben gezorgd dat de mogelijkheid er is, meer kun je niet doen.” 

“Maar ik denk stiekem ook wel een beetje aan het scenario dat de lening straks flink overtekend wordt, dan kan de secundaire markt een mooie plek zijn waar beleggers alsnog kunnen kopen, zij het tegen iets hogere koersen.” 

Deze obligatie valt buiten AFM-toezicht. Waarom construeren jullie het niet zo dat er wèl AFM-toezicht op is?

“Dat had gekund, maar het zou niet efficiënt zijn geweest. De administratieve last die je daarmee op de hals haalt trekt een enorme wissel op de organisatie en dat zou betekenen dat de kosten ook navenant omhoog zouden gaan.  Dan schieten we ons doel voorbij. Er is een uitgebreide prospectus en een doorrekening door accountantskantoor BDO, dus beleggers hebben wel alle relevante informatie.”

De obligatie bevat een opvallende constructie, namelijk een garantie op de rentebetalingen door moederbedrijf Image Building. Kon die niet de hele lening garanderen?

“Omdat dat te groot is voor Image Building om op eigen kracht te doen. Trotter moet uiteindelijk groter worden dan Image Building. En het moet als franchise op z’n eigen benen staan. Image Building bestaat al 20 jaar en heeft bewezen dat ze geen beslissingen neemt die het bedrijf niet aan kan. “

Slechtste situatie
“In 2008 was het bedrijf een FD Gazelle en bij Graydon staat Image Building in de Top-5 van bedrijven met goed betalingsgedrag. Dat moet zo blijven, dus daar passen geen al te grote verplichtingen bij. Om de nodige zekerheid te bieden garandeert Image Building wel de rentebetalingen.”

Ondanks die garantie is het risico dat beleggers lopen duidelijk: namelijk dat Trotter na afloop de lening – plus de beloofde bonus - niet kan terugbetalen of het wegvallen van de rentegarantie door problemen bij het moederbedrijf. 

“Ik ben niet zo bang dat er geen rente wordt betaald. En over het terugbetalen van de lening maak ik me ook weinig zorgen. De slechtste situatie doet zich voor als de groei onverhoopt heel lang gaat duren. Dat het geld op de bank staat en dat we wel rente betalen, maar dat er ondertussen niets mee gebeurt.” 

“Als dat te lang duurt kun je in theorie moeite krijgen om aan de verplichtingen te voldoen. Maar als ik zie welke voortgang we nu al boeken in het buitenland, ben ik daar ook niet zo bang voor. “

Of als alles wel wordt geïnvesteerd, maar niet wordt terugverdiend…

“Dat kan eigenlijk alleen als we heel veel operationele kosten maken.  En de schaalvergroting gaat er juist voor zorgen dat we die kosten steeds meer kunnen drukken.”

Trotter wil 2,2 miljoen euro ophalen met deze uitgifte. Wanneer is het volgens u een succes?

“Als we de helft halen is het wat mij betreft al succesvol, want dan kunnen we sowieso van start. Het mooie van deze structuur is dat het geen herfinanciering is. Alles gaat in de nieuwe activiteiten, dus als we het gewenste kapitaal niet halen is dat geen spelbreker.  We kunnen hoe dan ook vooruit.” 

“Het risico voor ons is dat de belegger nog niet klaar is voor dit soort financiering. Dan zal het niet succesvol zijn. Dat is dan jammer, maar geen ramp. Dan groeien we alleen wat langzamer de komende tijd. ”

 

Pieter Kort is hoofdredacteur van IEX Media. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.