Autoriteit Financiële Markten

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt toezicht op de financiële markten: op sparen, beleggen, verzekeren en lenen. Het is belangrijk dat het publiek, het bedrijfsleven en de overheid vertrouwen hebben in de financiële markten. En dat de markten op een duidelijke en eerlijke manier werken. De AFM tracht met zijn toezicht hieraan bij te dragen.

Ontdek op deze pagina wat dit betekent voor de wereld van niet-beursgenoteerde fondsen.

Hieronder worden drie belangrijke thema's helder aan u uitgelegd. Blijft u met vragen zitten stel die dan gerust direct aan de AFM of, in het belang van collega beleggers, liever publiekelijk via ons forum.

Procedure voor goedkeuring prospectus

  • Bij de AFM komt er een aanvraag binnen voor goedkeuring van het prospectus.
  • De AFM controleert of het prospectus de wettelijke verplichte informatie bevat (volledigheid), of alle gegevens in het prospectus met elkaar in overeenstemming zijn (consistentie) en of het prospectus in begrijpelijke taal is opgesteld (begrijpelijkheid). De AFM controleert niet of de informatie in het prospectus juist is. Een goedgekeurd prospectus houdt niet in dat de partij die de effecten aanbiedt zonder meer betrouwbaar is. Een goedgekeurd prospectus houdt ook niet in dat de AFM de aangeboden effecten goedkeurt.
  • De AFM keurt het prospectus goed als de AFM heeft vastgesteld dat het prospectus volledig, begrijpelijk en consistent is. De onderneming krijgt dan een brief van de AFM waarin staat dat het prospectus is goedgekeurd. Vanaf dit moment mag de onderneming de effecten aanbieden of laten noteren aan de beurs.
  • Het prospectus wordt niet goedgekeurd wanneer de AFM vaststelt dat het prospectus onvolledig of niet begrijpelijk voor beleggers is en/of als er gegevens in staan die met elkaar in strijd zijn. De onderneming mag dan geen effecten aanbieden aan beleggers of laten noteren aan de beurs.
  • De aanbieder moet het prospectus kosteloos beschikbaar stellen. Dit kan bijvoorbeeld door het prospectus in elektronische vorm op de website te publiceren of in gedrukte vorm verkrijgbaar te stellen. Indien het prospectus alleen elektronisch verkrijgbaar is, is de aanbieder/ uitgevende instelling verplicht degene die daarom verzoekt, kosteloos een afschrift van het prospectus op te sturen.
  • Een goedgekeurd prospectus is geldig zolang de aanbieding van de effecten loopt of tot het moment van notering, met een maximale geldigheidsduur van een jaar.
  • Het prospectus kan zowel in het Nederlands als in het Engels worden opgesteld.

Controleert de AFM vastgoedbeleggingen?

Fondsen die participaties uitgeven moeten in principe beschikken over een vergunning van of registratie bij de AFM. Deze fondsen zijn ook wettelijk verplicht een prospectus op te stellen en die te laten beoordelen door de AFM of door een vergunninghoudende accountant. Voor de uitgifte van obligaties is geen vergunning vereist, maar moet wel een prospectus worden opgesteld dat door de AFM wordt getoetst.

In het register op de site van de AFM kunt u nagaan of een prospectus door de AFM is goedgekeurd. Daarnaast kunt u in het register nagaan of de aanbieder van de vastgoedbelegging een vergunning heeft. De AFM controleert overigens niet of een vastgoedbelegging een goede belegging is, alleen of de vereiste informatie wordt verschaft. De beoordeling van het beleggingsvoorstel is aan u.

De meeste aanbieders van niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen staan echter niet onder AFM-toezicht doordat zij onder bepaalde vrijstellingen vallen. Dit betreft fondsen die:

  • participaties of obligaties uitgeven van meer dan 50.000 euro*
  • participaties of obligaties uitgeven met een totaal van minder dan 2,5 miljoen euro
  • participaties of obligaties uitgeven aan minder dan 100 personen

De aanbieder van bovenstaande beleggingen moet wel expliciet vermelden dat deze beleggingen niet onder toezicht staan. De AFM houdt tot slot toezicht op de naleving van consumentenregels door de aanbieders van vastgoedbeleggingen die geen prospectus of vergunning nodig hebben. Met de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) kan de AFM controleren of deze aanbieders alle essentiële informatie aan de consument hebben verstrekt zodat de consument een juiste beslissing kan nemen over de belegging.

*Vanaf 1 januari 2012 wordt deze grens door het ministerie van Financiën verhoogd naar 100.000 euro. Ook wordt er in 2012 een vrijstellingsvermelding ingevoerd. Lees hieronder meer over de nieuwe regels.

Wijzigingen in bescherming beleggers per 1 januari 2012

Vanaf 1 januari 2012 gelden er bij beleggingsaanbiedingen nieuwe regels waardoor beleggers beter worden beschermd. Meer beleggingsaanbieders dan voorheen vallen straks onder toezicht van de AFM. Aanbiedingen die - ook volgens de nieuwe regels - buiten AFM-toezicht vallen zijn bovendien beter herkenbaar, omdat in de reclame-uitingen een vrijstellingsvermelding staat opgenomen.

Aanbieders van beleggingen moeten voldoen aan de prospectusplicht en/of de vergunningplicht. Onder bepaalde voorwaarden kan een onderneming hiervan zijn vrijgesteld.

Prospectusplicht

Een onderneming die effecten aanbiedt is wettelijk verplicht het prospectus te laten goedkeuren door de AFM. Pas als het prospectus is goedgekeurd mag een onderneming effecten aanbieden. De AFM controleert of het prospectus volledig, consistent en begrijpelijk is. De AFM controleert niet of de informatie in het prospectus juist is. Een goedgekeurd prospectus houdt niet in dat de partij die de effecten aanbiedt zonder meer betrouwbaar is. Een goedgekeurd prospectus houdt ook niet in dat de AFM de aanbieding goedkeurt.

Vergunningplicht

Naast de prospectusplicht bestaat er ook een vergunningplicht. Kort gezegd moeten alle financiële partijen die financiële diensten of producten aanbieden, bemiddelen of adviseren aan consumenten, beschikken over een AFM-vergunning. De AFM verstrekt een vergunning nadat onder meer is getoetst op deskundigheid, betrouwbaarheid en integere bedrijfsvoering. Zonder AFM-vergunning mogen financiële ondernemingen niet actief zijn, tenzij zij gebruik kunnen maken van een vrijstelling.

Vrijstelling

In sommige situaties geldt een vrijstelling en heeft de onderneming geen prospectusplicht (bij het aanbieden van effecten) of vergunningplicht (bij het aanbieden van beleggingsobjecten en bij het aanbieden van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen). Een van de situaties waarin de vrijstelling geldt, is bij aanbiedingen vanaf 50.000 euro per effect, per beleggingsobject of per deelnemingsrecht. De gedachte achter de vrijstelling is dat een belegger die 50.000 euro investeert bij één partij, de mogelijkheid heeft te bepalen of de investering past bij zijn specifieke wensen en doelstellingen.

Deze grens gaat per 1 januari 2012 omhoog van 50.000 naar 100.000 euro. Bij een minimale investering van op dit moment 50.000 euro (en vanaf 1 januari 2012 100.000 euro) bestaat dus geen AFM-toezicht. De aanbieders moeten zich wel houden aan de regels over oneerlijke handelspraktijken. Is hun handelspraktijk oneerlijk, dan kan de AFM op basis van de Wet Oneerlijke handelspraktijken (Wet OHP) optreden.