Rob Stallinga is sinds maart 2015 redacteur van IEXProfs. In 2004 werd hij hoofdredacteur van het beleggingsblad Safe. Daarnaast schreef hij voor Quote en andere financiële titels.

Nieuwe wegen zijn de oplossing

Overheden moeten centrale banken helpen de economieën aan de praat te krijgen. Uitgaven aan infrastructuur liggen voor de hand.

Acht jaar na het begin van de crisis is het met de wereldeconomie nog altijd aanmodderen geblazen. De groei is laag, de inflatie is laag, en de rente is laag. De centrale banken hebben met hun monetaire verruimingspolitiek de ergste rampen afgewend, maar het lukt ze niet om economische groei te maken.

Daarvoor zijn meer partijen nodig. Volgens steeds meer economen hebben de centrale banken de grenzen van hun mogelijkheden bereikt en zijn nu de overheden aan zet om voor economische groei te zorgen.

Het advies: hou op met bezuinigen en laat het overheidsgeld weer rollen. Met de extreem lage rente is financiering niet het probleem.

Infrastructuur

Over de beste bestemming van extra overheidsgeld hoeft het economengilde niet lang na te denken. Besteed dat geld aan infrastructuur. Dat is altijd goed. Of zoals het IMF vorig jaar schreef:

“At the macro level, it plays an important role in ensuring macroeconomic stability, which is a prerequisite for achieving and maintaining economic growth. At the micro level, through well designed tax and spending policies, it can boost employment, investment, and productivity.”

In simpel Nederlands gezegd: geld naar infrastructuur is goed voor zowel de korte als voor de lange termijn. Op de korte termijn zorgt het voor werk en verbetering van de productiviteit. Op de lange termijn schept het de voorwaarden om de economische stabiliteit in stand te houden.

Wondermedicijn

In China kennen ze het wondermedicijn al langer. Steeds als de economie hapert wordt er weer wat van toegediend. Vorige maand maakte de partijleiding bekend een nieuw rondje infrastructurele uitgaven in te boeken om zo de beoogde economische groei van 6,5% te halen.

Deze keuze is ook ingegeven door de relatief lage grondstoffenkosten. Dat maakt het extra gunstig om nieuw asfalt en elektra aan te leggen.

Even verderop in de Verenigde Staten is de noodzaak van extra uitgaven aan infrastructuur een van de weinige onderwerpen waar de presidentskandidaten het wel met elkaar eens zijn.

Nou ja, Clinton wil veel geld uitgeven aan verbetering van de verouderde Amerikaanse infrastructuur. Trump heeft beloofd de infrastructurele uitgaven van Clinton te verdubbelen. In het geval van de Verenigde Staten gaat het om veel geld.

Volgens de US Corps of Engineers uit 2013 is er minstens 3,6 biljoen dollar nodig om de Amerikaanse infrastructuur weer op orde te krijgen. Het heeft dan nog lang niet de kwaliteit van wat wij in ons land gewend zijn.

ECB zoekt steun

Of Europa meegaat in de infrastructuurbonanza is minder duidelijk. De strenge begrotingsregels van de Europese Unie verbieden exploderende huishoudboekjes. Aan de andere kant, een land als Duitsland krijgt inmiddels meer geld binnen dan dat het uitgeeft.

Minister van Financiën Schäuble heeft ruimte genoeg om de overheidsfinanciën te laten vieren. Vanuit de ECB neemt de druk toe om het ruime monetaire beleid te ondersteunen met verstandige overheidsuitgaven.

Zeker is dat het Verenigd Koninkrijk, dat zich niet gebonden voelt door het Stabiliteitspact, gaat proberen zich uit de Brexitmalaise te spenden door meer geld aan infrastructuur uit te geven. In de wandelgangen van Westminster gaat volgens CityWire inmiddels het bedrag van 50 miljard pond rond.

Extra omzet

Voor bedrijven die in de Verenigde Staten en Europa hun geld verdienen met het bedenken en aanleggen van grote infraprojecten, zijn de nieuwe inzichten van beleidsmakers natuurlijk goed nieuws. Na jaren van bezuinigingen en op een houtje bijten gloort er weer hoop.

Beleggers die willen profiteren van de aankomende infra-bonanza hebben de keuze uit een aantal fondsen die alleen in het thema infrastructuur beleggen. Voor de fondsenvergelijking heb ik gekozen voor twee hoog gewaardeerde actieve fondsen en een passief fonds. En wel:

  1. Deutsche Invest Global Infrastructure
  2. First State Global Listed Infrastructure Fund
  3. iShares Global Infrastructure

Wat zijn de verschillen? Welk fonds heeft de beste papieren? Ik zet de belangrijkste cijfers op een rij

Fondsprestaties

Rendement 5 jaar (gemiddeld per jaar)

  • Deutsche Infrastructure: 11,2%
  • First State Infrastructure: 15,1%
  • iShares Infrastructure: 6,5%

Rendement 1 jaar

  • Deutsche Infrastructure: 6,4%
  • First State Infrastructure: 11,0%
  • iShares Infrastructure: 2,2%

Kosten

  • Deutsche Infrastructure: 0,85%
  • First State Infrastructure: 0,78%
  • iShares Infrastructure: 0,65%

Risico’s (standaarddeviatie)

  • Deutsche Infrastructure: 11,0
  • First State Infrastructure: 11,2
  • iShares Infrastructure: 10,8

Aantal posities

  • Deutsche Infrastructure: 38
  • First State Infrastructure: 42
  • iShares Infrastructure: 100

Sectorverdeling

  • Deutsche Infrastructure: nutsbedrijven (41%), industrie (23%), energie (23%)
  • First State Infrastructure: nutsbedrijven (40%), industrie (39%), energie (13%
  • iShares Infrastructure: nutsbedrijven (79%), energie (15%), industrie (6%)

Conclusies

Het is een tweestrijd geworden, tussen het infrafonds van Deutsche Asset Management en First State Investments. Het fonds van iShares is weliswaar ietsje goedkoper, ietsje minder risicovol en houdt meer posities aan, maar de behaalde rendementen blijven zo ver achter op die van de andere twee dat iShares zichzelf buitenspel heeft gezet.

De indextracker bestaat voor bijna 80% uit nutsbedrijven en is daardoor ook niet super goed gespreid. Van de twee actieve fondsen heeft First State Global Listed Infrastructure Fund de beste papieren. Het rendeerde veel beter dan de concurrent van Deutsche AM. Het fonds is ook iets goedkoper.

Grootste verschil tussen de twee fondsen is dat First State meer in industrie en minder in energie zit. Dat verklaart meteen ook het verschil in de behaalde rendementen.

Bron: Morningstar, peildatum: 21 oktober 2016

Rob Stallinga is financieel journalist. De informatie in zijn artikelen is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.