Jerry de Leeuw is CEO van Entrima. Entrima verstrekt vakinhoudelijke opleidingen voor professionals in de energiemarkten, inzake markten, producten, prijsvorming en handel. Van 1995 tot 2004 was Jerry optiehandelaar (marketmaker) op de beursvloer in Amsterdam.

Olie(rijk)dom

Er worden wereldwijd 161 soorten ruwe olie op international wijze verhandeld. Tijd om deze kluwen aan olies te ontrafelen.

Het woord olie staat voor een verzameling van producten, variërend van ruwe olie (aardolie) tot raffinageproducten (derivaten), als ook voor natuurlijke olieën (lijnzaadolie, sojaolie, zonnebloemolie, olijfolie et cetera) en biobrandstoffen (bio-ethanol, biodiesel). Met andere woorden olie is een containerbegrip.

Het is tijd om wat licht te laten schijnen over deze brei. De kluwen moet worden ontrafeld.

Tanken, stoken en uitstoten

Oliebeurs ICE noteert 3,5% stookoliecontracten (fuel oil-futures) en 1% stookoliecontracten, om maar een dwarsstraat te noemen. Het zwavelgehalte (%) dat algemeen wordt toegstaan is over de loop der jaren afgenomen wegens duurzaamheidseisen.

Oliebeurs NYMEX noteert al tijden heating oil-futures, waarbij tot 2013 0,2% zwavel werd getolereerd. Sindsdien zijn de contractspecificaties geswitched naar de ulta low sulphur diesel-contractspecificities (ULSD). Hierdoor is het percentage verlaagd tot 0,15%; en het einde is niet in zicht.

Het verbranden van zwavel leidt tot emissie van zwaveldioxide, hetgeen zure regen veroorzaakt, en dat moet worden gereduceerd. Alleen al uit bovenstaande blijkt de wirwar aan olieproducten.

Op aarde worden 161 soorten ruwe olie op international wijze verhandeld, zo is te lezen in het handboek “The International Crude Oil Market“.

Noordzeekwaliteit

Het Brent futures-contract dat genoteerd wordt op het handelsplatform van ICE is eigenlijk helemaal niet puur op Brent-olie gebaseerd. Omdat de velden in de Noordzee al geruime tijd geleden leeg raakten, stond (de liquiditeit van) het succesvolle oliecontract op de tocht.

Daarom is al in het begin van het millennium besloten om de contractspecificaties dusdanig aan te passen dat in 2002-2003 ook olie uit de velden Forties (F) en Oseberg (O)kunnen worden geleverd. En sinds 2007 is ook Ekofisk (E) toegevoegd.

Daarom kan het Brent-contract eigenlijk beter het BFOE-contract worden genoemd, verwijzend naar de vier oliesoorten. Van dit kwartet zet Forties doorgaans de prijs. Immers, die olie heeft doorgaans de laagste prijs. En daarom is het het goedkoopst om die te leveren.

Prijsafslag en premie

Het NYMEX-oliecontract WTI (inmiddels al jaren light, sweet crude oil futures-contract genoemd) is hetzelfde proces ondergaan. Ook WTI staat al jaren levering toe van allerhande ruwe oliesoorten, binnen een bepaalde kwaliteitsrange:

  • West Texas Intermediate (WTI)
  • Low Sweet Mix
  • New Mexican Sweet
  • North Texas Sweet
  • Oklahoma Sweet
  • South Texas Sweet

Maar ook niet-Amerikaanse olie kan worden geleverd, zolang het maar van een vergelijkbare kwaliteit is. De specificities schrijven ons dan ook voor dat zelfs Noordzee Brent kan worden geleverd, maar dan ontvangt de verkoper een prijs met een afslag van 30 dollarcent per vat.

Hetzelfde geldt voor Oseberg Blend uit Noorwegen, alhoewel hierbij een korting geldt van 55 cent, terwijl het Nigeriaanse Bonny Light kan worden geleverd tegen een opslag (premie) van 15 dollarcent.

Urals versus olie uit Iran

De meeste ruwe olie die wereldwijd wordt geproduceerd wordt verkocht tegen een prijs die is gebaseerd op de Brent-prijs (zogenoemde Brent-indexering). Olie geproduceerd in bijvoorbeeld Nigeria, Algarije of Indonesië wordt veelal geprijsd op basis van de op ICE verhandelde Brent-contracten.

Deze referentieprijs wordt dan verhoogd of verlaagd op basis van het kwaliteitsverschil met Brent. Deze op- en afslagen zijn echter niet constant en dat maakt de prijsvorming complex. Laat me daarvan een voorbeeld geven:

Enige tijd geleden, toen de Iraanse olie in de ban werd gedaan door internationale afspraken, ging de prijs van de Russische aardolie Urals (relatief) fors omhoog. Hierdoor werd de prijsafslag ten opzichte van Brent-olie fors minder.

Weinig alternatieven

Wat was de reden? Welnu, olieraffinaderijen kunnen slechts een bepaalde kwaliteitsrange (van ruwe olie) verwerken. Een raffinaderij waar light, sweet crude wordt verwerkt is doorgaans niet in staat om (op een efficiënte wijze) heavy, sour crude om te zetten in raffinageproducten.

Door de ban op Iran moesten die raffinaderijen die Iraanse olie verwerken een alternatief optrommelen om hun business door te laten draaien. De Russische olie bood uitkomst. Hierdoor nam de vraag naar Urals significant toe. En dit was dan ook de reden voor de relatief sterke prijsstijging van deze soort aardolie.

En dus een verminderde prijsafslag ten opzichte van Brent.

Beleggen en speculeren

Bovenstaande betekent dus dat beleggers en speculanten allerhande gerelateerde zaken moeten analyseren om de prijsontwikkeling te kunnen voorspellen.

Los daarvan is momenteel sprake van een tekort aan financiële instrumenten om in te springen op specifieke prijsontwikkelingen van specifieke oliesoorten (zoals Bonny Light, Urals, of Iranian Medium); niet in het minst voor de particuliere belegger.

Het goede nieuws is natuurlijk dat dit betekent dat er nog jaren van productontwikkeling voor de boeg liggen.

Jerry de Leeuw is CEO van Entrima. Dit artikel behelst geen beleggingsadvies. De auteur heeft geen positie in genoemd(e) product(en), noch zal hij daarin op korte termijn positie nemen.