Marcel Tak is dé special product-specialist van IEX en IEXProfs, maar schrijft ook graag over rente, obligatiemarkt en toezicht als hij zich daartoe geroepen voelt. "De financiële sector is in belangrijke mate bezig met het verplaatsen van lucht. De werkelijke toegevoegd waarde is beperkt. In mijn columns wil ik relativeren, tegenwicht bieden en zo mogelijk de andere kant van de medaille laten zien."

Slechte reclame voor Dijsselbloem

Het spreekt voor zich dat risicovolle producten niet geschikt zijn voor onervaren beleggers. Maar om tot een reclameverbod over te gaan...

Hefboombeleggingsproducten met een tijdshorizon van niet meer dan één dag, hooguit enkele dagen zijn te vergelijken met turbo's en (kortetermijn)opties. Binnen korte tijd kan de belegger veel winnen maar ook (een groot deel van) zijn inleg verliezen.

Het zijn daardoor zeer risicovolle producten, hoewel het heel goed mogelijk is ze in een defensieve strategie in te zetten. Maar in potentie kan de belegger, zeker als hij niet goed bekend is met de precieze werking van deze producten, voor onaangename verrassingen in de vorm van een groot geldelijk verlies komen te staan.

De politiek, en daarvan afgeleid de toezichthouder, worstelt met de vraag hoe met deze producten om te gaan. Zeker nu de afgelopen jaren varianten op bovengenoemde constructies worden aangeboden die in potentie nog meer risico inhouden, zoals binaire opties en contracts for difference (CfD).

Met dat laatste instrument kan de belegger zelfs met een (rest)schuld komen te zitten, een situatie waar veel beleggers ervaring mee hebben via de leaseconstructies op aandelenpakketten, zo'n twintig jaar geleden. De rechtszaken over deze producten lopen nu nog steeds.

Reclameverbod

Het staat buiten kijf dat veel van dit soort (hefboom)producten niet geschikt zijn voor in ieder geval onervaren beleggers. Dat vindt minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem ook. Daarom overweegt hij, in navolging van de Belgische toezichthouder, een reclameverbod op risicovolle beleggingsproducten.

De minister gaat kijken hoe een dergelijk verbod vormgegeven moet worden en welke risicovolle producten er onder zouden moeten vallen. Ik vind dit weer eens het voorbeeld van de verkeerde keuzes ten aanzien van de prioriteiten van het toezicht.

  • Ten eerste is het verbod op reclame paternalistisch. Het gaat uit van het principe dat de burger niet zelf kan bepalen welk beleggingsproduct geschikt is en welk niet.

  • Ten tweede is het probleem met het verbod dat grenzen moeten worden bepaald welke producten wel en welke producten er niet onder vallen.

  • Ten derde is er het gevaar dat (risicovolle) producten waar nog wel reclame voor mag worden gemaakt, door het publiek worden gezien als minder risicovol. Er mag immers reclame voor worden gemaakt, is de tautologische gedachte.

  • Een reclameverbod vind ik bovendien niet consequent, omdat kennelijk geen verbod voor de verkoop van deze producten geldt, maar ze niet onder de aandacht mogen worden gebracht.

  • Tot slot heeft Dijsselbloem er ogenschijnlijk geen probleem mee dat zijn eigen Holland Casino naar hartenlust argeloze burgers de gokpaleizen binnen mag loodsen via gezellige reclames, ook als de gokdiensten online worden aangeboden.

Het gaat om het principe

Persoonlijk vind ik veel van de hoogrisicoproducten niet aantrekkelijk. Zo zijn naar mijn mening de kosten van binaire opties in het algemeen veel te hoog, afgezien van het feit dat ik een tijdshorizon van enkele uren bizar kort vind.

Maar dat is het punt niet. Het gaat om het principe dat de belegger kennelijk niet zelf mag bepalen wat goed of slecht voor hem is, maar dat de overheid dit moet doen. Nu kunnen u en ik het eens of oneens zijn over dit onderwerp.

Het is voor een belangrijk deel politiek bepaald, en een ieder zal zijn argumenten pro of contra hebben. Maar juist vanwege dat politieke aspect vind ik het opmerkelijk en onverstandig dat de VEB (Vereniging van Effectenbezitters) zich achter Dijsselbloem's voornemen schaart.

Gemakkelijke optie

Uit een enquête van de VEB zou blijken dat veel mensen de reclame als belangrijke informatiebron zien. Dat rechtvaardigt kennelijk het idee om met reclameverboden te strooien.

Een dergelijke enquête-uitslag zou voor de VEB reden moeten zijn beleggers op te voeden om op een andere manier met reclame om te gaan. En niet om met de gemakkelijke verbodsoptie te komen.

Verder stelt VEB dat met name de CfD's eerder getypeerd kunnen worden als puur gokken, met minder kans dan in het casino. Dat zal gelden voor roulette, maar ik vraag me af of dat ook opgaat voor andere kansspelen, zoals de fruitautomaten.

Betrouwbaarheid van aanbieders

Zeker is dat de kansen in de diverse in Nederland aangeboden loterijen klein zijn, en dat per saldo door de gemiddelde deelnemer wordt verloren.

Het probleem met de vermaledijde risicovolle producten zit naar mijn idee veel meer in de betrouwbaarheid van de aanbieders en in de geboden informatie over de werking en risico's van deze producten.

Het is veel logischer dat de toezichthouder daar al zijn energie op richt. Want ook zonder enige reclame is het natuurlijk onacceptabel dat onbetrouwbare aanbieders actief kunnen zijn. En ook zonder reclame is slechte informatie op de website over risico's en kansen van deze producten onaanvaardbaar.

Strenge informatie-eisen

De basistaak van de toezichthouder is het zo goed mogelijk laten functioneren van financiële markten en over de integriteit en betrouwbaarheid van de aanbieders te waken.

Zorg daar dan ook voor, roep ik tot de toezichthouder, door alleen betrouwbare marktpartijen toe te laten en strenge informatie-eisen (ook in reclame-uitingen!) op te stellen.

Diezelfde oproep geldt wat mij betreft voor de VEB. Behartig de belangen van aandeelhouders op alle mogelijke manieren, maar bepaal niet wat goed is voor andere beleggers. VEB en AFM zijn financiële schoenmakers die zich bij hun leest moeten houden.

Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.