Maastricht is dood
Dat de ECB zich nu definitief niet meer opstelt als stok achter de deur, betekent dus dat het hek nu echt van de dam is...
Bij de oprichting van de euro is er door de politici wel degelijk gekeken naar het voorkomen van eventuele problemen die zouden kunnen ontstaan door de grote onderlinge verschillen tussen lidstaten. Daarom werd begin 1992 het verdrag van Maastricht getekend.
In dit verdrag werden bepaalde economische uitkomsten geëist, zodat de onderlinge verschillen de euro niet in de weg zou kunnen komen te staan. Het was een leuke gedachte, maar kompleet fout. Maar zelfs dit doet er niet meer toe, want de ECB heeft het verdrag van Maastricht net compleet dood verklaard.
Coeuré
Een van de bestuurders van de ECB, Benoît Cœuré, heeft verklaard dat de ECB verder zal ingrijpen als de fiscale autoriteiten niet ingrijpen.
#ECB's Coeure: “if there’s not much taking place on the fiscal-policy front for what can be done, then the #ECB will do more".
Dus als de hervormingen door lidstaten niet worden doorgevoerd (vrij vertaald: als een deel van de Maastricht-criteria niet wordt nageleefd), dan zal de ECB verder stimuleren.
Hiermee neemt het alle druk weg bij overheden om zich te houden aan de gemaakte afspraken omtrent fiscale en economische hervormingen (dus ook de Maastricht-criteria).
De laatste beschermwal
Het Verdrag van Maastricht was van ijzer, maar de roestaanval begon al jaren geleden toen Duitsland en Frankrijk tijdelijk wilden afwijken van de begrotingsnorm. Sindsdien is er steeds een stukje van afgebrokkeld.
Nu dat de ECB alle druk bij de lidstaten om te hervormen weg heeft genomen, is de cirkel rond. Er was een laatste beschermingswal, waar veel politici en andere beleidsmakers zich veilig achter achtten; het constitutionele gerecht van Duitsland (Bundesverfassungsgericht) te Karlsruhe.
Dat zou, als het er op aan zou komen, een stokje steken voor het verwateren van het Verdrag. Helaas is recent gebleken dat deze laatste verdedigingslinie niet meer bestaat, want Karlsruhe heeft zich overgegeven aan de EU (inzake het ECB-opkoopprogramma).
Foute criteria
Nu heb ikzelf nooit geloofd dat de Maastricht-criteria iets zouden uithalen, want het was altijd een beetje de kar voor het paard spannen. Er werd niet gekeken naar waarom bepaalde landen bepaalde economische uitkomsten hadden.
In plaats daarvan werd er gestuurd op uitkomsten, met de gedachte dat het achterliggende probleem daardoor zou verdwijnen. Als landen X aan schuld, Y aan overheidtekort en Z aan inflatie hadden, dan zou alles goed komen.
Dit werkt net zo min als een vrouwenquota voor topfuncties; het achterliggende probleem (of oorzaak) wordt er niet mee opgelost (aangepakt).
Catch 22
Maar dat de ECB zich nu definitief niet meer opstelt als stok achter de deur, betekent dus dat het hek van de dam is. Wat zal zwakkere eurolanden nu nog bewegen om orde op zaken te stellen? Wat zullen de kiezers in de geldschietende eurolidstaten wel niet denken?
Sommige experts, zoals Sylvester Eijffinger, hameren op het punt dat de EU ook een politieke unie moet zijn om de euro te laten overleven. Deze experts stellen dan ook dat de komst van een EU minister van financiën pure noodzaak is.
Dat dit een enorme overheveling is van soevereiniteit en dat de kiezer dit zou verafschuwen, dat lijkt ze weinig te interesseren. Een probleem dat ik vaker bij academici tegenkom; de realiteit moet buigen voor het economische model in plaats van andersom.
Crisis als pressiewapen
Dat dit electoraal problemen op gaat leveren moge duidelijk zijn. Wat echter ook duidelijk is, is dat de EU geen enkele crisis onbenut heeft gelaten om verdere integratie af te dwingen.
Zo bekeken zou een hernieuwde financiële crisis wellicht de enige mogelijkheid zijn voor de EU om de politieke unie af te dwingen. En dat is nou een uiterst enge gedachte voor niet alleen de belegger, maar ook de burger. Zeker nu de EU Brexit als excuus kan gebruiken.